rS^ir?-1- Men kan °P dit moment met overzien of dit tot
n dat er nog meer aan S'eschaafd moet worden.
190
28 Juli 1955.
dere vacantie verbonden. Men kan er over praten of dat nog meer g-edif-
iljlf sPreker allemaal wat onrijp. De heer Zegwaart kan zijn voorstel
aan het college ter bestudering geven. Mocht het college van oordeel ziin
dat verdere uitbreiding moet worden toegepast, dan zal het college niet
schromen, desnoods în een volgende vergadering weer met een wijziging te
komen. Deze kwestie zal dus eerst in het cohege bekeken moeten worden
daarna m het georgamseerd overleg en dan wellicht in de raad.
De heer Reijnders is reeds door de voorzitter beantwoord Van afwim-
pelen is geen sprake, maar het kan zijn, dat een bepaald advies het col-
lege noopt tot nader bezien van de kwestie.
De heer Zegwaart merkt op, dat in de commissie van overleg voorstel-
len zijn gedaan waarvan de voorzitter heeft toegezegd, dat hij ze aan
burgemeester en wethouders zou overbrengen. Als dus hier een dergeliik
voorstel zou worden aangenomen, gelooft spreker niet, dat de commissie
van overleg hierover nog zou behoeven te worden gehoord
De heer Mr van Wijk heeft waarschijnlijk ook meegewerkt om de re-
gehng zoals spreker nu heeft voorgesteld, voor het provinciale personeel
te doen vaststellen. Vast staat, dat voor het provinciale personeel vanaf
1 Januan 1955 ook deze gunstige regeling geldt.
De wethouder heeft gezegd, dat hij onderscheid' ziet tussen een hoofd-
zuster en een le zuster van het gezondheidshuis. Van de door hem als
voorbeeld gestelde geringe verschillen in rangen, wenst spreker vooral
waar deze zo dicht bij elkaar liggen, heel sterk te betwijfelen of de'verant-
woordehjkhedeii van de functionarissen inderdaad zoveel van elkaar ver-
schillen Deze regeling gaat er van uit, dat de vacantie wordt gegeven
met het oog op de min of meer grote verantwoordelijkheid van bepaalde
tunctionarissen, waardoor de een meer tijd nodig heeft voor herstel van
zijn arbeidskracht dan de ander. Dat moet echter het enige motief niet zijn
Spreker wil echter ingaan op de gedane suggestie om zijn voorstel aan
burgemeester en wethouders over te leggen, met verzoek in de volgende
vergadermg hierover advies uit te brengen.
De heer Mr van Wijk, wethouder, heeft de heer Zegwaart in ander
verband wel eens anders horen redeneren. Waar de heer Zegwaart nu wat
laaldunkend spreekt over groepen a, b en c, heeft hij zich n.l. daarvan
altijd een groot voorstander betoond en als het kon nog wel even verder
Dan maakt hij de ene onderscheiding na de andere, welke dan met vuur
van redenen wordt voorgedragen. Spreker is van mening, dat, als deze
onderscheidingen er eenmaal zijn, ze ook bepaalde consequenties hebben.
Dan moet men zich daarvan voor een bepaalde gelegenheid niet losmaken
door alles over een kam te willen scheren. Om de juistheid van de feiten
vast te stellen, wil spreker de inconsequentie in deze houding even op-
merken. v
De onwerp-besluiten worden vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld. 6
Ten aanzien van voorstel 95b had de heer Zegwaart een soortgelijk
voorstel willen doen, waarom hij verzoekt dit gelijk met het voorstel ge-
daan bij het vorige punt te bekijken.
VII. 2e WIJZIGING GROEPSINDELING WERKLIEDEN.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
lfel 2e Wijziging groepsindeling werklieden.