28 Juli 1955.
199
Het is bekend, dat met de bouw van enkele woningen, door verschuiving
tailoze behoeften kunnen worden gedekt. Als bereikt kan worden dat
middenstanders uit arbeiderswoningen worden overgeplaatst naar mid-
denstandswoningen, dan moet men middenstandswoningen bouwen om de
arbeiders te helpen.
Erfpacht, zoals de heer Zegwaart suggereert, is goed als het gaat om
particuliere huizen. De gemeente kan niet, want dat doet zij bij woning-
wetbouw, aanzichzelf grond in erfpacht geven.
Naar sprekers mening bestaat er bij de heer Zegwaart een misvatting
omtrent garages. Garages zijn voor de middenstander nodig, omdat auto's
geen luxe paardjes meer zijn, maar gewoon stukken gereedschap. Mid-
denstanders gebruiken auto's voor hun bedrijf. In middenstandswoningen
komen handelsreizigers te wonen en een handelsreiziger kan niet mee-
komen als hij zijn werk met de trein moet doen. Als van de 65 midden-
standswoningen er 21 met een garage worden gebouwd, dan is dat geen
luxe, maar noodzaak. De woningbouw wordt door de bouw van garages
niet geremd. Garages gaan buiten het bouwvolume om. Er worden alleen
wat arbeidsuren aan besteed en wat materiaal. Als men garages bij deze
middenstandswoningen bouwt, doet men dus iets wat in het belang van
de gemeente is.
De heer Scheer stelt zich volgaarne achter het door de heer Verhoeven
in eerste en tweede instantie gesprokene, in het bijzonder op grond van
het motief dat de voorgestelde maatregelen tenslotte slechts een geringe
verlaging van de huren zouden tengevolge hebben. In woord en geschrift
is door tallozen van verschillend maatschappelijk denken betoogd, dat
de mensen aan hogere huren zullen moeten wennen, en dat de huren op een
andere basis moeten worden gebracht ten opzichte van de lonen. Laat de
gemeente gerust maar eens de praktijk toepassen en het aandurven om
een paar dubbeltjes hogere huur van de mensen te vragen. Ten slotte
kan men dan in the long run komen tot meer gerief in de huizen. De
wethouder heeft in de commissie voor openbare werken al zo vaak be-
toogd, dat hij graag meer aan de huizen wil doen, maar dat het onmogelijk
is. Spreker en alle leden der commissie zijn het met hem eens, Laten wij
dan de koe bij de horens vatten en met een iets hogere huur met deze
huizen in zee gaan.
De Voorzitter zegt, dat de heer Reijnders er op heeft gewezen, dat de
gemeente in andere betere wijken niet meer dan 10,12,voor
bouwrijpe grond mag rekenen. Spreker merkt op, dat de kosten die op
deze grond drukken laag zijn, omdat de daarin liggende wegen reeds voor
de oorlog zijn aangelegd. Burgemeester en wethouders zouden de prijs van
deze grond graag aanmerkelijk verhogen, omdat de prijs in verhouding tot
na de oorlog bouwrijp gemaakte grond zeker aan de lage kant is. Zij
hebben bij het Prijzenbureau voor onroerende goederen echter moeten
vechten om er nog eens een gulden bij te krijgen. Daarbij moeten dan
zeer bizondere omstandigheden naar voren gebracht kunnen worden. In
elk geval bleef de prijs aanmerkelijk beneden /15,10. De kosten van aan-
leg van wegen en alles wat er bijkomt zijn zo, dat de onderwerpelijke
grond deze prijs moet opbrengen.
Nu heeft de heer Reijnders gesuggereerd om de prijs van deze grond
met 2,50 per M2 te verlagen. Dat is eehter niet mogelijk omdat er in
een circulaire van de Minister van Wederopbouw van Mei 1955 nadruk-
kelijk op gewezen wordt dat o.a. de grondprijzen niet gedrukt mogen
worden. De grondprijs als zodanig moet in rekening worden gebracht.
Toch is er in dit geval een uitwijkmogelijkheid. Op dit project drukt n.l.
de aanleg van een brede dubbelbanige verkeersweg. De kans is groot dat
de gemeente in de aanleg van deze primaire weg een zeer belangrijke
bijdrage van het Rijk krijgt. De toezegging daarvoor is reeds gedaan,