206
28 Juli 1955.
.n Haag eens werd verteld dat wij sedert 1945 ten aanzien van de woon-
ruimte er beroerder aan toe zijn in plaats van beter, men in Den Haag
wei een klein beetje toeschieteiijker zou worden. Spreker dringt er met
klem op aan, dat dit in het colleg"e besproken wordt.
Ten aanzien van de tuinen hebben burgemeester en wethouders bliik-
baar het standpunt ingenomen, dat, nu gedeputeerde staten tegen het
voor rekenmg van de gemeente nemen waren, zij zich daarbij moesten
neerieggen of hebben zij opnieuw geprobeerd om in een persoonlijk gesprek
met gedeputeerde staten hen van de juistheid van de zienswljze van de
raad te overtuigen?
De voorzitter heeft voorts gezegd, dat de dichtheid van de bezetting
van de wonmgen m Heemstede gesteid kan worden op 4,3. Spreker heeft
geen reden om aan dat gemiddelde te twijfelen. Spreker vraagt echter
eens een onderzoek in te stellen naar de gemiddelde bezetting in de ar-
beiderswoningen, want het staat voor hem als een paal boven water dat
het percentage daar veel hoger ligt.
Inderdaad heeft spreker zich meermalen voorstander betoond van een
tweede woonkamer in de huizen. Nog meent spreker dat het goed zou
zijn als er m een arbeiderswoning een gelegenheid is waar men zonder
dat de kmderen er bij zijn, een gesprek kan voeren met anderen. Zoals
de huizen nu zijn ingedeeld is dat niet mogelijk. Spreker ziet het al ge-
beuren dat men b.v. bij 5^8 graden vorst, naar een ijzige slaapkamer
moet om îemand apart te spreken. De voorzitter heeft zich in deze door
8 vrouwenorganisaties laten adviseren. Als die aliemaal geporteerd zijn
voor éen grote kamer, dan wil spreker zich daar graag bij neerleggen.
Hij wil dan zijn gedachte aan een tweede kamer wel opbergen, zolang
tenmmste de tweede kamer een zodanige omvang moet hebben 'dat het
geen woonkamer meer genoemd kan worden.
Spreker is blij met de steun die hij van mevr. van Nispen heeft onder-
vonden mzake zijn bezwaar tegen de grootte van de huizen. Spreker vindt
een woonkamer van 22,5 M2 te klein. Hij is dankbaar dat er 7 slaapplaat-
sen in deze woningen zijn, maar in een woning moet gewoond en geleefd
kunnen worden en de ruimte daarvoor is persé onvoldoende.
Spreker verheugt zich over de verlaging van de huren tengevoige van
de mmdere grondprijs. Spreker vindt het leuk dat op het ogenbiik een
aantal raadsleden zich op de borst kloppen en zeggen, ik hoef niet be-
keerd te worden, want ik heb toen dit en toen dat gezegd. Het zai spreker
waarschijnhjk wel ontgaan zijn, maar hij kan zich niet herinneren dat hij
bij het bespreken van onderwerpen als lagere grondprijzen voor arbeiders-
woningen of het beschikbaar stellen van een bijdrage fonds perdu voor
arbeiderswoningbouw, ooit veel bijval heeft ondervonden.
De heer Verhoeven zegt, dat jaren geleden uit de raad naar voren is
gekomen of de grondprijzen niet zouden kunnen worden genivelleerd. De
heer Reijnders heeft gelijk als hij zegt, dat men later tot het inzicht is
gekomen dat dat niet kon, omdat de objecten apart geadministreerd
moesten worden.
Spreker begrijpt nog niet goed hoe dat aanstonds met die grondprijs
zal gaan. Wordt, als de vergoeding voor die rijksweg is verkregen, daar-
mede dit complex ontlast en wordt dan de huur verlaagd Spreker kan
zich haast niet anders voorstellen dan dat de voorzitter het zo bedoelt.
Spreker begrijpt niet goed hoe het kan. Als het zou kunnen juicht hij
het toe, alleen maakt het in wezen voor de huur niet veel uit.
Voorts wil spreker het argument dat tegen de bouw van garages zou
pleiten, voorgoed de kop indrukken. De kwestie is n.l .dat nu met deze
bouw al het ter beschikking staande bouwvolume is opgebruikt. A1 zouden
deze garages niet gebouwd worden dan nog kan er geen enkele woning
méér gebouwd worden, kan er dus ook geen enkel geval van ruzie met