118 2e Afd. 29 September 1955. BEZOLDIGING VAKONDEKWIJZERS. Aan de Raad, Zoals U in ons voorstel tot vaststelling van een nieuwe jaarwedde- regeling voor de ambtenaren per 1 Juli 1955 is medegedeeld is het de bedoeling, dat met ingang van genoemde datum de laatstelijk plaats gehad hebbende verbeteringen op het gebied van de salariëring van het overheidspersoneel in de salarisbedragen worden geïncorporeerd, eventueel gepaard gaande met een geringe afronding. Deze verbeteringen bestaan uit de verhoging van de salarissen met 6 en de z.g. denivellerings- uitkering met de daarmede samenhangende voorzieningen. Voor de gemeentelijke vakonderwijzers heeft de Minister van Binnen- landse Zaken, in overleg met zijn ambtgenoot van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, per 1 Juli 1955 nieuwe salarisnormen vastgesteld. De Minister verzoekt ons te bevorderen dat de regeling van de salarissen van de vakleerkrachten in dienst dezer gemeente overeenkomstig deze normen wordt gewijzigd. Ter voldoening aan dit verzoek hebben wij daartoe een nieuwe bezoldi- gingsverordening ontworpen. Aangezien onze gemeente met ingang van 1 Januari 1955 is ingedeeld in de le klasse, zijn in het ontwerp de salaris- normen voor een zodanige gemeente opgenomen. De overige bepalingen zijn gelijkluidend aan die van de bestaande regeling, met uitzondering van art. 5, le lid onder a, waar een andere redactie' is gevolgd om tot uitdrukking te brengen dat eenzelfde wijze van berekening van de fictieve diensttijd zal worden toegepast voor de vakonderwijzers als voor de onderwijzers bij het lager onderwijs. Ten- gevolge hiervan kan het 3e lid van art. 5 vervallen, omdat deze bepaling is opgenomen in de regeling van de salaris-anciënniteit voor de onder- wijzers bij het lager onderwijs. Over het ontwerp is het advies ingewonnen van een tweetal personeels- organisaties, welke adviezen voor U bij de stukken ter inzage liggen. Het advies van één dezer organisaties heeft ons aanleiding gegeven U voor te stellen de vakonderwijzers bij het buitengewoon lager onderwijs te salariëren overeenkomstig de in artikel 2 voor het voortgezet gewoon lager onderwijs opgenomen normen. Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor tot vaststelling van bijgaand ontwerp-besluit over te gaan. Heemstede, 21 September 1955. Burgemeester en wethouders van Heemstede, A. G. A. van Rappard. De secretaris, T. M. Schelling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1955 | | pagina 7