2e Afd.
26 januari 1956.
le WIJZIGING VERORDENING PENSIONNERING WETHOUDERS.
Aan de Raad.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de verordening van
28 februari 1952, no. 17, regelende het verlenen van wachtgeld of pensioen
aan gewezen wethouders en van pensioen aan hun weduwen en wezen
wordt van ieder der wethouders ten behoeve van de pensioenaanspraken
welke aan deze verordening worden ontleend een bijdrage geheven van
2 van hun wedde.
In genoemde verordening werd geen bepaling opgenomen inzake het
heffen van een bijdrage voor het weduwen- en wezenpensioen, omdat
enerzijds de wethouders niet de status hebben van ambtenaren, die een
zodanige bijdrage wel verschuldigd zijn, en anderzijds omdat de pensioen-
rechten volkomen ongelijk zijn.
Eerstgenoemd motief werd nadien nog versterkt door een mededeling
van Gedeputeerde Staten, waaruit blijkt dat dit college op het standpunt
staat, dat een rechtstreeks verband met de aan het personeel in over-
heidsdienst te betalen bezoldiging niet gemotiveerd wordt geacht.
Op grond daarvan wil het mij voorkomen dat er voor handhaving van
het gedeeltelijk verband, dat thans nog bestaat in de vorm van de 2%
bijdrage voor eigen pensioen, geen aanleiding meer bestaat. In meerdere
gemeenten in deze omgeving wordt naar mij is gebleken geen verhaal
van pensioensbijdragen op de wethouders toegepast.
Wanneer U zich met mijn standpunt kunt verenigen, moge ik U in
overweging geven bijgaand ontwerp-besluit te bekrachtigen.
Heemstede, 4 januari 1956.
De burgemeester,
A. G. A. van Rappard.
De Raad der gemeente Heemstede;
gezien de nota van de burgemeester;
gelet op de bepalingen der gemeentewet;
BESLUIT:
a. in te trekken artikel 8 der verordening, regelende het verlenen van
wachtgeld of pensioen aan gewezen wethouders der gemeente Heem-
3tede en van pensioen aan hun weduwen en wezen, vastgesteld brj
raadsbesluit van 28 februari 1952 no. 17;
b. te bepalen, dat het onder a genoemde besluit geacht wordt in werking
te zijn getreden op 1 januari 1956.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 26 januari 1956.
De secretaris,
De voorzitter,