14
26 januari 1956.
de Heemst. Dreef was de auto's dag- en nacht buiten stonden, is voor
een groot deel juist. Spreker kan zich niet indenken dat de eigenaren hun
dure auto's buiten zouden laten staan als dit nu zo schadelijk is ais naar
voren îs gebracht.
De heer Verhoeven wil in de eerste piaats opmerken, dat het verwiit
dat burgemeester en wethouders niet zouden vooruit zien, door hem niet
zo is geformuleerd alsof ze het nooit doen. Integendeel, spreker heeft ge-
zegd, dat hij verwonderd is dat de meerderheid van het college. hierin niet
vootuitziet, juist omdat hij dit vooruitzien in alle mogelijke opzichten wel
gewend îs. Het doet spreker overigens genoegen, dat het probleem van
de garagermg bij burgemeester en wethouders bekend is Spreker be-
grijpt dat burgemeester en wethouders moeite zullen hebben om dit pro-
bleem op te lossen.
Het wil spreker voorkomen, dat wat de heer van Bruggen heeft op<*e-
merkt, een nieuw argument voor het college was, omdat spreker daarover
m de nota mets heeft gevonden. Dit is dus niet de reden waarom de meer-
derheid van het college tot de slotsom is gekomen dat dit verzoek moest
worden afgewezen, omdat anders burgemeester en wethouders daarvan
ongetwijfeld m de nota melding van hadden gemaakt. Daar is spreker
vnj zeker van. Spreker is het met de heer van Bruggen eens dat men
hierbij moet oppassen voor mogelijke juridische gevolgen, omdat een
achteruitstrevende omwonende van dit terrein wel eens, als het bouwen
van auto-boxen wordt toegestaan, een advocaat in de arm zou kunnen
nemen om de gemeente op het matje te roepen. Burgemeester en wethou-
ders zullen zeker verstandig doen dit zaakje door een jurist te laten
uitzoeken.
Hoewel spreker geen jurist is, kan hij toch wel lezen wat in het Hol-
lands geschreven staat. De bewuste clausule stamt uit het jaar 1919 toen
er dus nog geen sprake van auto-boxen was. Spreker is er niet van over-
tuigd dat inderdaad wordt bedoeld dat hier geen boxen-garages mogen
worden gevestigd. Er staat, dat op het verkochte gedurende een tijd van
jaar te rekenen van 1 januari 1919, niet mogen worden gevestigd of
gesticht, scholen, kloosters, geneeskundige inrichtingen, hotels pensions
van welke aard ook, winkels, café's, koffie-, bier- of melkhuizen noch
stallmg, stalhouderijen of njtuigverhuurderijen of remises. Ook niet fabrie-
ken, trafieken of inrichtingen waartoe bij de wet bijzondere vergunning
van overheidswege moet worden verkregen. Remises staat in verband met
spoor- en tramwegen en spreker gelooft niet dat op het vestigen van
boxen-garag-es de hinderwet van toepassing is.
Spreker gelooft zelfs, dat de minderheid van het college daarover juri-
disch nog wel een hartig woordje zal te berde brengen. Hij blijft van
mening dat het college op het moment van het verzenden van de nota van
jundische argumenten niet op de hoogte was. Spreker gelooft niet dat
men hem dit zal betwisten. De voorzitter heeft nu zelfs, blij met deze
vondst, gezegd, dat het primair om het eerbiedigen van een verkregen
recht gaat. Spreker weet niet of hier een recht verkregen is dat moet
nog worden afgewacht.
De voorzitter heeft voorts opgemerkt, dat het starten van een auto
vooral m de wmter, zo vreselijk naar is. Wanneer de auto van de buur-
man een nachtje in winterweer heeft buiten gestaan, dan zal het ook wel
een kwartiertje duren voor ze aanslaat. In dat geval zal men er meer last
van hebben dan dat achter de tuin een auto eventjes wordt aangeslagen.
De heer Disselkoen: Aan de voorkant 1, aan de achterkant 20 tegelijk.
De heer Verhoeven antwoordt, dat al die auto's niet op hetzelfde mo-
ment starten. Voorts is er gezegd, dat de automobilisten 's nachts hun
auto zo maar buiten laten staan. Waar ontlenen wij het recht aan om te