26 januari 1956. 23 lijk dat de Grontmij. op een zeker moment met een extra nota komt. De heer lirink zegt, dat de voorzitter nu wel een heel breed betoog heeft gehouden, maar spreker is er van overtuigd dat de Grontmij. een groot deel van het werk onderaanbesteedt. Die doet niet alles zelf. Zij houdt wel het oppertoezicht, maakt boringen enz. maar een groot deel van het grondwerk geeft ze aan derden. En dan kan de heer van der Linden ook tevreden zijn. De heer Mr. Zeelenberg vraagt, of de Grontmij. die dit werk voor een deel uit handen geeft, daar nog op moet inschrijven of dat dit ook alle- maal in regie gaat. De heer Zegwaart heeft niet de indruk dat er voor het standpunt van de heer van der Linden en hem een meerderheid zal zijn. Zou dat wel het geval zijn, dan zou spreker het college willen verzoeken dit punt nog even terug te nemen. Er is geen dringende haast bij terwijl de raad over enige dagen weer bij elkaar komt. Spreker zou willen aanraden de suggestie van de heer van Lent eens in het college te bekijken en daama in de begro- tingsvergadering het oordeel van de raad te vragen. De Voorzitter is van mening dat dit niet nodig is. Met alle respect voor hetgeen de heer van der Linden naar voren brengt, zou het toch eigenlijk verkeerd zijn om, wanneer door enkele leden een suggestie wordt gedaan waarvoor zich in de raad nog in het geheel geen meerderheid heeft afge- tekend, direct maar aan te nemen dat burgemeester en wethouders om zijn. De heer Mr. Zeelenberg weet dat nog niet. Van enkele kanten heeft spreker n.l. stemmen gehoord die bang waren voor de kosten en hij heeft daaruit afgeleid dat, als men een oplossing ziet die meer zekerheid geeft over het feit dat het werk zo goed en zo goedkoop mogelijk wordt uitgevoerd, die stemmen toch wel in de richting van het plan van de heer van Lent zouden gaan. De suggestie van de heer van Lsnt kan heel goed worden ingevat zowel in het plan van het coilege als in het idee van de heren van der Linden en Zegwaart. Spreker raadt de voorzitter aan dit eens te overdenken. De raad is toch dinsdag weer bij elkaar en dan kan er een besluit worden genomen zonder dat daar over gepraat behoeft te worden. De Voorzitter zegt, dat de raad de bevoegdheid heeft om dit punt aan te houden. Spreker vraagt echter of de raad het krediet kan verlenen als burgemeester en wethouders de toezegging doen dat zij deze zaak vöôr dinsdag zullen bespreken en de resultaten daarvan aan de raad zullen mededelen. De vergadering kan zich hiermede verenigen. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. XI. REGELING MET BENNEBROEK INZAKE HEFFING BELASTING OP OPENBARE VERMAKELIJKHEDEN VOOR ,,LINNAEUSHOF". Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 9. Gemeenschappelijke regeling heffing vermakelijkheidsbelasting. De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de financiën zich hier- mede kan verenigen. De heer Scheer zegt, dat deze gemeenschappelijke regeling zijn volle instemming heeft. Spreker zou alleen aan burgemeester en wethouders wil-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 23