26 januari 1956.
25
gelaten wordt, wordt ze op deze wijze juist gedood, hetgeen een groot ge-
vaar is voor de geestelijke volksgezondheid van dit sterk toenemende deel
van onze bevolking." Spreker heeft dit verhaal dus met gemengde gevoe-
lens gelezen verheugd over het féit, dat de heer Disselkoen de zelfwerk-
zaamheid sterk wil bevorderen, verdrietig over het feit, dat hieruit bllJkt
dat een aangevraagde subsidie zou zijn geweigerd. Spreker vraagt of
burgemeester en wethouders hierover iets meer kunnen zeggen dan m de
courant staat.
De heer Disselkoen zegt dat hij, met al de beperkingen die uiteraard
altiid ten opzichte van een verslag moeten worden gemaakt, dit verslag
juist vindt en er volkomen achter staat. Spreker vindt het buitengewoon
jammer, dat een zo groot deel van de bevolking in Heemstede, nu al 11 /o
en jaar op jaar neemt dat percentage zienderogen toe, niet alleen door het
gemeentebestuur maar ook door gewone mensen tot 65 jaar, onmiddelir)
bii het bereiken van de 65-jarige leeftijd wordt uitgeschakeld. Men is best
voor hen, maar men laat ze zelf niets meer doen. Er îS een orgamsatie
die het sociëteitswerk voor hen doet, welk werk boven alle lof wordt
gedaan, maar het was veel beter geweest de mensen het zo lang mogelrjk
zelf te 'laten doen. Dit zijn geen onmondige mensen. De gemiddelde leef-
tijd wordt voortdurend hoger. Eer men in het jaar 2000 is zal men nog hele
andere dingen zien. Dit steeds groter wordende deel van de bevolking
moet men zolang mogelijk de zelfwerkzaamheid laten betrachten. Dit îs
geen kritiek in de eerste plaats op het gemeentebestuur, het is meer een
symptoom, maar de groep mensen van 15 tot 65 jaar is naar sprekers
stellige overtuiging op een volkomen verkeerde weg. Men zal aan deze
steeds groter wordende en steeds vitaler blijvende groep veel meer zelf
over moeten laten.
De Voorzitter merkt op, de wethouder toch niet helemaal te kunnen
volgen De heer Zeelenberg vraagt naar de afwijzing van de subsidie-
aanvrage. Spreker wil hierbij even toelichten dat indertijd door de bond
van ouden van dagen een subsidie-aanvrage is gedaan om een uitgaans-
dagje mogelijk te maken. Het college heeft toen unaniem, dus mclusief
de heer Disselkoen, gemeend hierop afwijzend te moeten beschikken. Dit
is de enige subsidie-aanvrage die het college van deze bond van ouden
van dagen heeft bereikt.
Het spijt de heer Disselkoen het te moeten zeggen, maar nu laat het
geheugen van de voorzitter hem toch even in de steek. Inderdaad is er
een commissie uit de burgerij die een vriendelijke geste maakt door de
ouden van dagen een jaarlijkse uitgaansdag aan te bieden. Dat gaat zo
best, daar moeten ze rustig mee door gaan. Maar daarnaast heeft het
college een aanvrage gehad voor sociëteitswerk, dat nu door het UVV
gebeurt. Die aanvrage is door het college afgewezen. Later is er een
aanvrage gekomen van de R.-K. bond van ouden van dagen en die is toe-
gewezen, maar dat was op andere overwegingen, n.l. dat die mensen de
UVV-cantine niet bezochten. Maar dat ging niet over het principe van het
zelf doen.
Mevr. van Nispen kan de wethouder heel ver volgen als hij zegt, dat het
in de sector van de bejaardenzorg gaat over de zelfwerkzaamheid van de
ouder wordende mensen die steeds vitaler blijven. Maar dat is alles nog
in een heel beginstadium. Dit wordt door mensen die met dit bijltje hak-
ken, bestudeerd en het gaat niet aan om te zeggen dat men hier niets
aan doet. Dit gaat stap voor stap. Er is allerlei soort werk voor de bejaar-
den zoals huisbezoek, sociëteitswerk enz. In die facetten zijn er verschil-
lende waarbij de ouden van dagen ingeschakeld zijn of moeten worden.
Maar om boven een krantenartikel een kop met scherpe kritiek te plaat-
sen, vindt spreekster volkomen onjuist, omdat de ouden van dagen in