2
26 januari 1956.
dan pas goed, de nietigheid van ons zijn, hoe kort toch eigenlijk de tiid
îs ons gelaten voor het werk ons toevertrouwd, ter bereiking van een
g-esteld doel, of ter realisering van de idealen, die ondanks alles ons
gebleven zijn. Hoe verschillend wij ook zijn in de beleving van het wonder
van God s Komnkrijk en in de wijze waarop wij Hem hier op aarde het
best menen te kunnen dienen, hoezeer verschil in levensbeschouwing en
politieke richting ons de weg tot elkander vaak dreigt te versperren en
îedere groep meent de wijsheid in pacht te hebben, allen die zich van
verantwoordelijkheid jegens hun medemensen bewust zijn groeien
uit boven het klein egoïstisch gedoe, hebben hun idealen, strijden met
diepste overtuigmg en soms verbeten voor de doelstellingen die zij in de
samenlevmg verwerkelijkt willen zien, om zo hun steentje bij te dragen
aan de wordende wereld, waar eens vrede, rechtvaardigheid en liefde
zullen heersen en waarin de mensen blij en gelukkig en vredig naast
elkander zullen wonen. SpeciaaJ voor ons die anderer belangen hebben
te behartigen, îs het een eerste vereiste, dat wij beseffen, dat, ondanks
diepgaande verschillen in levensopvatting, wij bij elkaar behoren en dat
ons gezamenlijk een dienende taak is opgelegd. Ook al vliegt het aardse
leven m ontstellend tempo voorbij en stemt het weemoedig dat wij de
verwezenhjkmg van veel waarvoor wij ons inzetten met hart en ziel
mmmer zullen beleven, het komt er vôôr alles op aan de tijd ons gegeveii
goed te besteden, eigen- en groepsbelangen, waar zulks aangewezen is
ondergeschikt te maken aan het algemeen belang en zo bij te dragen tot
net geluk van miljoenen die na ons komen.
Onze gezamenlijk dienende taak is, onze gemeente Heemstede zo goed
mogehjk te besturen. Ik moge aan het begin van dit nieuwe jaar met
voldoening constateren, dat daartoe aan één wezenlijke voorwaarde wordt
voldaan, n I. dat de onderlinge verstandhouding niets te wensen over-
laat dat wij allen van goede wille zijn en bijgestaan worden door een
ambtenaren- en werkliedencorps, dat zijns gelijke nauwelijks heeft
Enige weken geleden, meende een gemeentebestuur in het zuiden des
lands, ondanks het ministeriële verbod, in verband met de bijzondere
prestaties door het gemeente-personeel aldaar verricht, daaraan een
gratificatie te moeten verlenen. Het zou wel eens interessant zijn een
vergelijking te trekken tussen die gemeenten en de onze. Voor beide
gemeenten geldt, dat er een wanverhouding bestaat tussen de lonen
en de bezoldigmg van functies in het vrije bedrijf en in overheids-
dienst. Maar het moet mij van het hart, dat in de gemeente
Heemstede van ieder ambtenaar uitzonderlijk veel wordt gevergd omdat
vergelijkenderwijs en in verhouding het aantal ambtenaren werkzaam m
gemeente wel zeer aan de lage kant is. Ik heb de diepste bewondering
voor de bergen werk die door haast allen moeten worden verzet en voor
de wijze waarop dat g"edaan wordt, met onze volijverig"e en deskundige
gemeente-secretaris aan het hoofd, op voorbeeldige wijze geassisteerd door
de hoofden der verschillende afdelingen en diensten. Het gemeentebestuur
betreurt het zeer niet ruimere armslag te hebben deze bijzondere presta-
ties te belonen, maar zoals het afgelopen jaar heeft bewezen doet het
college van burgemeester en wethouders het mogelijke.
Een andere wezenlijke voorwaarde om onze verantwoordelijke taak
goed te vervullen is, dat wij ook de middelen hebben om de noden der
bevolkmg te lenigen. Maar de grootste dezer noden, de woningnood, heerst
nog m alle hevigheid en leidt tot consequenties die voor een Christelijke
samenleving onaanvaardbaar zijn. Het is U genoegzaam bekend, dat ook
ons de middelen ontbreken om daarin daadwerkelijk soulaas te brengen.
Ruim 10 jaar na de bevrijding kunnen wij slechts constateren dat de
gewekte verwachtingen niet werden bewaarheid, dat overal in den lande
ontstemmmg heerst over deze weinig bevredigende gang van zaken, ja
talloos velen m rnateloze ellende hun leven slijten of zelfs geen kans