36 31 januari 1956. weinige gemeenten in de provincie Noordholland niet de mogelijkheid kent van elektrische boilers op nachtstroom tegen lager tarief. Hiermede hangt onze vraag samen of, als men rekening houdt met nodige afschrij- vingen en te verwachten nieuwe investeringen, het eigen energiebedrijf nog wel reden van bestaan heeft. Het antwoord op de dezerzijds bij de behandeling in de afdeling gestelde vragen (punt 14 van de memorie van antwoord) is bij gebrek aan motivering weinig overtuigend en de daarbij gedane toezegging weinig belovend. Het heeft onze instemming om het bedrag nodig voor de rioolwaterzui- veringsinstallatie uit de reserve te nemen. De rekening van volgende jaren wordt hierdoor verlicht van de anders erop drukkende rentelast en at- schrijving. Een geheel ander punt betreft de wijziging in de gemeentelijke indeling van onze provincie. Is over het werk van de hiermede belaste commissie met betrekking tot onze gemeente reeds iets naders te zeggen Wij achten het noodzakelijk de Zandvoortselaan van de spoorwegover- gang tot de Herenweg te verbeteren. Wel zal de geprojecteerde west-oost verbinding veel van het gelegenheidsverkeer van Zandvoort naar Amster- dam in de toekomst opvangen, maar zelfs dan lijkt voor als wij het zc noemen mogen het locale verkeer de tegenwoordige toestand onhoud- baar. Het parkeerverbod op de Dreef is een grote verbetering. Toch wil het ons voorkomen dat met het reeds thans, doch in de toekomst nog in sterkere mate intensieve doorgaande verkeer, de fietsers op dezelfde rij- baan een groot gevaar opleveren. Tot slot zijn er enkele punten de middenstand en de sport betreffende, waar onze fractiegenoot Brink bij de puntsgewijze behandeling van de begroting nog nader op in zal gaan. De heer Mr Dr van Bruggen zegt, dat in het bekende staatsstuk, de troonrede, dat op de 3e dinsdag van september door allen die meeleven met de openbare zaak met zekere spanning wordt tegemoet gezien, ge- meentelijk allereerst een beschouwing wordt gewijd aan de verhouding van ons land tot de mogendheden. Wanneer spreker begint met iets te zeggen over wat men kan noemen „buitengemeentelijke zaken" is hij zeker in goed gezelschap. Met één zin zouden wij het kunnen afdoen voor zover het onze nabuurgemeenten betreft, indien niet in het noorden nog enkele moeilijkheden waren. Die zin zou dan luiden: ,,Onze verhoudingen tot de buurgemeenten zijn zeer goed. Evenwel betreuren wij, dat met de gemeente Haarlem nog steeds geen redelijke oplossing kon worden gevon- den voor een nieuw contract terzake van de tarieven tot levering van elektrische stroom aan onze gemeente." Het is een ietwat verdrietig werk om iets te zeggen over een gemeente, die door ons als cultureel centrum van Zuid-Kennemerland en wegens tal van goede zaken en activiteiten zeer wordt gewaardeerd. Maar de nood is spreker opgelegd. Een nieuw leveringscontract t.a.v. elektriciteit en de daarmede samenhangende tarievenregeling duurt ons veel en veel te lang. In dit opzicht onderschrijft spreker wat ên door de heer Verhoeven ên door mevr. van Nispen is gezegd. Onze gemeente is, wat stroomafname van Haarlem betreft, tot op ze- kere hoogte de „koude" bakker van Haarlem, dat als „warme" bakker de stroom produceert. Voor een koude bakker is eis, dat hij met een varieteit van producten naar de behoeften, zijn klanten d.w.z. de burgers bedienen kan. Dit kan alleen als de warme bakker hem daartoe in staat stelt op billijke voorwaarden. Juist voor een goede verhouding tussen Heemstede en Haarlem moet deze zaak eindelijk eens in orde komen. Haarlem kan zich over Heemstede waarlijk niet beklagen. Voor de leer- lingen op openbare Gymnasia, H.B.S. en Lycea betalen wij onverplicht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 10