W\ 'ffOi. 31 januari 1956. 41 gang van zaken gewenst was, want het tijdvak waarin Kerstmis en Nieuw- jaar vallen wordt in de meeste gevallen gevuld met hmselijke beslomme- ringen zodat de leden minder dan 14 dagen overbleef voor het bestuderen der problemen. Het college zou hierin tegemoet kunnen komen door een studie-termijn van plm. 4 weken te geven. Bij de nota van aanbieding der begroting worden meerdere factoren door het college aangewezen die bij de samenstelling der begroting e - ben gevigeerd. Deze nota op de voet volgende, brengt spreker m de eerste plaats ter sprake het genoemde tekort van 55.000,Burgemeester en weüiouders stellen voor dit uit de reserve te putten Sprekers fractie is echter de mening toegedaan, dat dit geraamde tekort îs ontstaan door een te voorzichtige raming der ontvangsten. Hoe juist het overigens is voorzichtig te ramen mag toch een te voorzichtig geraamde begrot ng niet leiden tot verkeerde conclusies. Reeds meerdere jaren îs er door spreker op gewezen, dat de winsten der bedrijven te laag worden geraamd Terwijl deze mening door meerdere leden van andere fracties werc - streden bleek de praktijk telkenmale spreker in het gelijk te stellen. Di moge o.a. blijken uit het door het college verstrekte ovcrzicht van de geraamde en werkelijke winstcijfers der ^edrijven over i950 t/m 1954 De meer-winst in deze jaren bedroeg 33.800,51.404, 72.910, f 29.034,en 47.762,terwijl de verschillen van de begrotingsover- schotten gedurende deze jaren beduidend hoger lagen. Wat de uitkering van het rijk aan onze gemeente betreft, merkt spre ker op dat het ministerie van Binnenlandse Zaken onze gemeente als een sti'efkind dat wordt onthouden wat hem billijkheidshalve toekomt, behandelt. Spreker kan niet aan de indruk ontkomen, dat die gemeenten, die door minder voorzichtig financieel beleid van hun bestuurders gro- tere bedragen uit het gemeentefonds ontvingen dan die gemeenten waar- van het financieel beleid op correcte wijze werd gevoerd en waarvan onze ^ran^aanzienVan de woningbouw merkt spreker op, dat de verdehng van het bouwvolume voor onze gemeente geenszins bevred^gend kan worden genoemd. Het zal nodig zijn bij voortdurmg zowel de provmcie als het rijk te overtuigen, dat wij door het tekort aan bouwvolume hoe langer hoe meer in een impasse geraken. Wij zijn met gebaat met een telkenmale plaats vindende beleidsverandering van het mimstene van Volkshuisvesting. En zeker niet met wijzigingen m dat beleid die het ge volg zijn van algemeenheden, die worden gelanceerd door mstanties die tot dusver niets of zo goed als niets op het gebied van de volkshuisvesting hebben gepresteerd. Betreffende de door het college voorgestelde verhoging der straatbe- lasting dient het volgende te worden opgemerkt. Ten eerste blijft de grootte van deze verhoogde belasting zich ten opzichte van het overgrote deel der andere gemeenten gunstig onderscheiden. Voorts îs tengevolge van de diverse huurverhogingen, door de bouwexploitanten ook ten op- zichte van deze belasting, die toch reeds in hun exploitatie-opzet was verwerkt, veel meer ontvangen dan de 2% die tot dusver werd geheven. Bovendien zijn de eigenaren-zelfbewoners via de loonronden en/of de verlaging der inkomstenbelasting te dezen gecompenseerd Ten slotte houden de rijksuitkeringen aan de gemeente verband met belastmgver- hoging zodat de meergenoemde verhoging ook om dit argument ten ge- rieve van de gemeentenaren in het algemeen een gebledende eis wordt. Wii leven in het jaar 1956 en reeds werpen de komende verkiezingen hun schaduwen vooruit. Spreker wil zijn collega-raadsleden en speciaai die van de andere partijen, verzoeken hun krachten m het werk te stellen om de besturen van hun kiesverenigingen of partij er van te doordrmgen, dat het wenselijk is de verkiezingsstrijd op eerlijke en waardige wijze te voeren. Spreker geeft de verzekering dat zijn fractie daaraan zal mee-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 15