31 januari 1956. 49 aan het verschijnen van de begroting vlak voor Kerstmis. Spreker wijst er op, dat de begroting één week voor Kerstmis is verschenen, zodat er 3 weken tijd is geweest voor het bestuderen daarvan. De heer Reijnders heeft gepleit voor een termijn van 4 weken. Mocht dit mogelijk zijn, dan zullen burgemeester en wethouders dit gaarne doen. Men moet daarbij echter wel bedenken dat men omstreeks Kerstmis een aaneenschakeling van feestdagen heeft. Zou men het tijdstip van behandeling van de be- groting steeds naderbij willen laten komen, dan zou men niet geleidelijk aan terug moeten gaan maar met een grote sprong. Dat is misschien wel een beetje bezwaarlijk. Verder heeft de heer Reijnders gezegd, dat het college te voorzichtig is in de raming der ontvangsten. Het is inderdaad een nadeel dat de ontvangsten niet zuiver kunnen worden begroot. Indicn zulks het geval was dan kreeg men inderdaad een zuiverder beeld van de begroting. Zoals de zaken nu liggen is het op velerlei gebied een slag in de lucht hoe groot de uitgaven en ontvangsten zullen zijn. De heer Weijers is van mening, dat, nu er ruim één miljoen van de re- serve is aangewend voor de noolwaterzuiveringsinstallatie, er gerust nog 1 of 2 miljoen kunnen worden gebruikt om de woningnood te lenigen. Spreker wii er toch op wijzen, dat het zaak is om een zekere reserve achter de hand te houden ter opvanging van een eventuele neergang van de conjunctuur, waardoor niet alleen de subjectieve uitkeringen maar ook de gewone uitkeringen uit het gemeentefonds verlaagd zouden kun- nen worden. Het voorstel om de stichting van de riooiwaterzuiverings- installatie uit de reserve te betalen, is gedaan omdat de reserve de laatste jaren in vrij aanzienlijke mate was toegenomen, zodat na afschrijving van de benodigde 11 ton toch nog een zeer behoorlijke reserve overblijft. Het volgen van de gedachte van de heer Weijers zou onze gemeente toch wel op een zeer precair vlak brengen. Spreker meent dan ook, dat, alvorens de reserve met dergelijke grote bedragen aan te tasten, wel zeer ernstig moet worden overwogen of dit wel de oplossing is. De heer Van Lent, wethouder, zegt, dat de behandeling van de be- groting in de afdelingen van de raad tot gevolg heeft gehad, dat de alge- mene beschouwingen inderdaad van veel meer algemene aard waren dan zulks vroeger het geval was. Er zijn minder concrete vragen gesteld, zodat door het eollege ook minder antwoorden behoeven te worden ge- geven. Door mevr. van Nispen wordt het noodzakelijk geacht, dat de Zand- voortselaan vanaf de spoorwegovergang tot de Herenweg wordt verbe- terd. Spreker kan daaromtrent mededelen, dat er inderdaad plannen zijn om de Zandvoortselaan grondig te verbeteren. Verschillende omstandig- heden hebben dat tot nu toe niet mogelijk gemaakt. Men dient zich echter te realiseren, dat dit project grote bedragen uit de gemeentekas zal ver- gen. Voorts heeft mevr. van Nispen opgemerkt, dat het uitvaardigen van het parkeerverbod voor de Heemsteedse Dreef de verkeersveiligheid ten goede komt, maar daarnaast opgemerkt dat fietsers op dezelfde rijbaan als de auto's een groot gevaar blijven opleveren. Mevr. van Nispen doelt hier waarschijnlijk op verhoogde rijwielpaden. Die mogelijkheid zou zeker bestaan door het maken van een andere indeling. Dit zou dan gaan ten koste van het middenplantsoen of van de voortuinen, welk middel mis- schien erger is dan de kwaal nog afgezien van het feit, dat een dergelijk werk grote kapitalen zal kosten. Door mevr. van Nispen is gesproken over de uitkeringen uit het Wegen- fonds aan de gemeenten. Gezien in het licht van de verhouding tussen het rijk en de gemeenten vindt spreker het fout, dat er van de enorme bedragen die in het Wegenfonds worden gestort, slechts zo'n gering

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 23