54 31 januari 1956. onderhoud is gebeurd wat misschien wel had moeten gebeuren. Men moet dus altijd heel voorzichtig zijn met te zeggen dat de rekening ten op- zichte van de raming geweldig gunstig uitvalt. Men kan dan pas zeggen of een rekening gunstig is als men alle factoren die tot dat resultaat hebben geleid, eens gaat bekijken. Mevr. van Nispen heeft er op gewezen, dat er in de raad van Haar- lem is gezegd, dat de gaslevering aan Heemstede Haarlem geld kost. Spreker meent dat deze opvatting onjuist is en voortspruit uit onbekend- heid met wat in de historie ten aanzien van dit punt îs gebeurd. Men j vergeet daarbij dat Haarlem, toen het contract met Heemstede ter sprake kwam juist bezig was om een contract met de Hoogovens af te sluiten waarb'ij toen overeengekomen is dat, nu de derde partner in casu Heem- stede hierbij kwam, de Hoogovens een veel groter kwantum aan Haarlem zou gaan leveren omdat Haarlem ging doorleveren aan Heemstede, en wel tegen de prijs van 6.9 of 6.5 per m». Dus nu moet men niet komen aandra- gen met de productieprijs van Haarlem die missehien bij 10 komma zoveel of bij 11 of 12 cent ligt, maar men zal in de eerste plaats in het oog moeten houden dat Haarlem hoogovengas kan betrekken voor 6.5 cent per m:) omdat Haarlem doorlevert aan Heemstede en dat tegen de prrjs van 10 of 11 cent. Zo moet men de zaak bezien en met eenvoudig zeggen onze productiecijfers wijzen uit dat wij aan Heemstede verliezen. Onze bedrijven die de productiecijfers van Haarlem hebben nagerekend menen zelfs dat deze laatste stelling op zichzelf nog onjuist is. De winst mag dan wel mager zijn, maar men verliest niet aan Heemstede ook al zou Haarlem aan Heemstedé alleen zelf-geproduceerd gas leveren. Of er nu Haarlems of Hoogovengas in het Heemsteedse buizennet komt doet er mets toe. Men heeft het gas van de Hoogovens ontvangen en dat tegen een lage prijs, omdat men aan Heemstede doorlevert. Dat deze volkomen een- zijdige en dus verkeerde voorstelling van zaken in de Haarlemse ge- meenteraad is gegeven moet, naar spreker moet aannemen, rusten op onbekendheid met deze feiten. Er is nog een ogenblik gesproken over de regionale voorzienmg. Up dit punt gaat naar sprekers mening in de eerstkomende jaren ook heel wat gebeuren. Over het gebruik van aardgas zijn allerlei artikelen ver- schenen Spreker wil een kleine zinsnede uit een artikel in het weekblad van de Nederlandse bond van gemeente-ambtenaren citeren. „Het be- schikbaar zijn van het aardgas maakt het niet alleen mogelijk om aan reeds bestaande gasbedrijven in het noordoosten van Nederland een meer rationele basis te geven, doch ook om nieuwe gebieden voor de gas- voorziening te ontsluiten". Het zal, naar het zich laat aanzien, in de toe- komst zo zijn, dat in Utrecht een of andere centrale komt, welke centrale gaat leveren aan diverse gemeenten die bereikbaar zijn. Dit buizennet kan gaandeweg worden uitgebreid en op een gegeven ogenblik zou he. kunnen zijn dat Heemstede aardgas krijgt. Spreker mag aannemen dat Utrecht of de centrale die daar verrijst, niet zodamg zal werken en wil- len werken als het P.E.N., maar dat men eenvoudig een bepaald kwantum gas aan bepaalde gemeenten zal leveren tegen een bepaalde prijs en dan moet die gemeente maar zelf uitmaken wat het met dit gas later zal willen doen. Het wil spreker voorkomen dat het regionale streven niet mag leiden tot de zoveelste aanslag op de gemeentelijke zelfstandigheid. Centralisatie is technisch wel geboden, maar het mag ook weer niet leiden tot het bewerkstelligen van politieke macht. Ook daartegen zal De heer van Bruggen heeft in verband met het stroomcontract met Haarlem het aantrekkelijke beeld gebruikt van de koude bakker. Spreker weet niet wat Haarlem met ons voorheeft, maar het verse kadetje wordt het bepaald niet. Het zal een zeer oudbakken geval worden. Bij brood plegen oud en degelijkheid niet samen te gaan. Spreker heeft al, bijna spreker stelling blijven nemen. De heer van Bruggen heeft

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 28