56
31'januari 1956.
huur hebben ontvangen om de woningen zo te onderhouden als het wel
moest. Natuurlijk zijn er wel eens ongunstige uitzonderingen, maar dat
zal men altijd houden. Spreker protesteert tegen deze opvatting van de
heer Reijnders. Dit speelt bij sprekers fractie niet, ook niet als er sprake
is van verhoging van de straatbelasting, die inderdaad maar een klein
druppeltje is op de plaat die bij vele van deze mensen gloeiend is. Er
zitten onder deze huiseigenaren werkelijk betrekkelijk arme lieden, ren-
teniertjes, die van hun huizenbezit moeten leven en het niet kunnen.
Kleine mensen die reiatief en zelfs absoluut er slecht voorstaan. Dat
hoeft echter geen beletsel te zijn om voor verhoging van de straatbe-
lasting te stemmen want van de andere kant is het onzin om te zeggen
dat dit de druppel zou zijn die de beker doet overlopen. Wij zijn allen
van mening dat in Heemstede inderdaad aan straatgeld maar heel weinig
wordt geheven.
Vervolgens heeft de heer Reijnders het vlugschrift 0 56 besproken
waarbij hij op een zeer tactische wijze te werk is gegaan. Hij heeft De
Tijd, De Maasbode en zelfs Verhoeven van stal gehaald om te bewijzen
dat de inhoud van 0 56 niet correct was. Spreker moet eerlijk zeggen,
dat het pamflet zijn instemming niet had en ook niet die van zijn fractie.
Wij zijn er helemaal niet gelukkig mee geweest. Dit is echter een oude
koe uit de sloot halen. Men kan echter in het zeer recente verleden wel
dingen vinden die bewijzen dat het gevaarlijk is om in een glazen huis te
wonen, zoals b.v. ook het Vrije Volk zo'n huis bewoont. Gaat men dan
met stenen gooien dan is het heel goed mogelijk dat iemand anders ook
eens een steen opneemt. Spreker gelooft niet dat het voor de goede ver-
standhouding in het algemeen en tussen de K.V.P. en de P.v.d.A. om maar
2 namen te noemen, bevorderlijk is als dergelijke dingen van stal ge-
haald worden. Als men een fout signaleert en die fout is heus erkend,
dan moet men ook wel eens de hand in eigen boezem steken. Men zal
dan moeten zeggen: ,,wij zijn in het verleden ook niet van die heerlijke
jongens geweest en we zijn het vandaag de dag nog( niet." Dit is sprekers
laatste woord over deze zaak.
De heer Reijnders heeft het voorts nodig gevonden om de aansiuiting
van de heer Weijers bij de K.V.P. te behandelen in algemeen verband.
Hij heeft gezegd: ,,dat zal wel op voorbeeld van jullie voorman, de heer
Welter, zijn. die in de Kamer een soort van koehandeltje, de heer Reijn-
ders heeft het woord niet gebruikt, heeft gedreven, door raison van
2 kamerzetels zich bij de K.VjP. aan te sluiten." Spreker wijst de heer
Reijnders er op, dat de K.N.P. het programma van de K.V.P. volkomen
heeft onderschreven. Ook in andere partijen ziet men, dat daarin een
afschaduwing zit van de hele samenstelling van de nederlandse bevol-
king. Het strekt dus helemaal niet ten detrimente van een partij wanneer
daarin ook wat mensen van het meer behoudende karakter zitten.
Spreker kan de heer Reijnders zeggen, dat zijn partijgenoten er zo van
overtuigd zijn dat de aansluiting van de K.N.P. bij de K.V.P. con amore
is geweest, dat de afd. Heemstede uit zichzelf en niet door een motie van
K.N.P. zijde, de heer Welter candidaat voor de 2e Kamer heeft gesteld.
Dit zou heus niet nodig zijn geweest want daarvoor heeft de heer Welter
zijn eigen volgelingen wel. Als de heer Reijnders dit hoort krijgt hij mis-
schien nog meer het land aan de K.V.P., maar spreker moet toch zeggen
dat de heer Reiinders een verkeerd inzicht heeft in de wijze waarop de
K.N.P. in de K.V.P. is opgelost.
Naar aanleiding van het daaromtrent door de heer Weijers gesprokene,
wijst spreker er op, dat bij voorgaande gelegenheden en dat is zelfs al
veel langer dan 1 jaar geleden, door de heer Zegwaart is geopperd, of
het niet mogelijk is een deei van de reserve voor woningbouw te be-
nutten. Toen heeft spreker in het algemeen de opmerking gemaakt, dat
die reserve een rekengrootheid is en niet een oude kous die de gemeente