66 31 januari 1956. wordt, zoals bekend, door onze deskundige onjuist geacht. Spreker is steeds meer overtuigd van het gelijk van onze deskundige, mede op grond van de zwijgzaamheid van de wederpartij. Burgemeester en wethouders hebben zichzelf al uitgenodigd om, voor zover het de Heemsteedse belangen betreft, deel te nemen aan de onder- handelingen die tussen Haarlem en het P.E.N. worden gevoerd. De meerdere winst die de bedrijven maken schijnt de heren toch wel zwaar op de maag te liggen. Spreker zou wel eens willen horen wat de heren zouden zeggen als het omgekeerd was. Er is echter een afgaande continuiteit in deze overschotten. Het is wel eens meer geweest dan nu en misschien gaat het op de duur wel zo, dat deze overschotten ver- dwijnen. Het lijkt spreker overigens een heel klein kunstje om daartoe te geraken. Wanneer allerlei onderhoud, dat toch wel nodig is, direct op de begroting werd geplaatst en niet zoals nu veelal gebeurt in afzonderlijke voorstellen aan de raad wordt voorgelegd, wat overigens voor grote ob- jecten wel juist is, dan zou dit overschot inderdaad spoedig verdwijnen. In de gebruikelijke zin van het woord is er echter geen sprake van winst. Wanneer de gashouders, de leidingen, de meters, de transformatoren, dë uitrusting van de bedrijven in en boven de grond, moeten worden ver- nieuwd, dan is dit overschot nu en in de toekomst meer dan nodig om daaraan besteed te worden. Wij schrijven niet af naar vervangingskosten maar naar de historische kosten. Zou men overgaan naar een volledige commerciële boekhouding, waarbij dus ook de afschrijvingen veranderen, dan zou men geen kasoverschot hebben maar werkelijke cijfers zonder winst. De Voorzitter sluit hierna de algemene beschouwingen. Spreker stelt thans aan de orde, de behandeling van het algemeen gedeelte van het in de vergaderingen der afdelingen van de raad verhandelde. Spreker wijst er op, dat alleen de onderwerpen die in het verslag zijn vermeld, ter sprake kunnen worden gebracht. De onderwerpen die bij de algemene beschouwingen ter sprake zijn gebracht en door burgemeester en wethouders zijn beantwoord, verzoekt spreker niet opnieuw in debat te brengen. Algemene opmerkingen Volgno. 4. De heer Ir. Kooijmans zegt, dat op de vraag hoe de compensatieuitkering uit het gemeentefonds voor het gemis der schoolgelden zich verhield tot de oorspronkelijke opbrengst daarvan, door burgemeester en wethouders is geantwoord, dat met enige zekerheid kan worden aangenomen, dat hier inderdaad, althans voor onze gemeente, van een werkelijke compensatie gesproken mag worden. Dat geldt dus volgens spreker voor het openbare onderwijs. Spreker kan echter niets vinden dat wijst op een compensatie van het schoolgeld voor het bijzonder onderwijs. De heer van Houten, wethouder, antwoordt, dat de in het vooruitzicht gestelde compensatie voor het gemis van schoolgelden, waaronder de schoolgelden van het bijzonder onderwijs zijn begrepen, ten volle gehono- reerd is geworden. Volgno. 6. De heer Zegwaart zegt, dat uit het antwoord van burgemeester en wet- houders blijkt, dat in het afgelopen jaar een ruim aantal bevorderingen heeft plaats gehad, waarvoor hij veel waardering heeft. Wethouder van Wijk heeft vanmorgen gezegd, dat door het gemeentebestuur de voor- schriften die door het rijk ten aanzien van de bezoldiging van het gemeen- tepersoneel worden gegeven, loyaal en royaal worden opgevolgd. Spreker mag dan wel de aandacht vragen voor de toeslag die door het rijk aan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 40