30
31 januari 1956.
moet daarbij experts in de arm nemen en zien naar de resultaten die met
name grotere gemeenten met deze differentiatie bereiken. Zijnerzijds wordt
toegegeven dat veel zal afhangen van de onderhandelingen die met de
gemeente Haarlem daarover worden gevoerd. Er is meermalen van de
zijde van burgemeester en wethouders te kennen gegeven, dat zij er niet
aan denken om een bepaalde categorie van afnemers beneden de kostpriis
te leveren. Er îs echter zeer gedecideerd een aparte kostprijs voor kracht-
stroom en voor lichtstroom. Waar dat beslist het geval is, moeten wii aan
onze leverancier vragen dat die twee soorten elektriciteit tegen die afzon-
derlijke prijs worden geleverd. Naar sprekers mening moet desnoods de
hulp van hogerhand hierbij worden ingeroepen indien Haarlem, ondanks
onze tegemoetkomende houding in andere opzichten, die spreker hier
met behoeft op te sommen, Heemstede in de positie tracht te drukken
van een derde aan wie tarieven kunnen worden gedicteerd. Spreker is
van menmg dat dit zou zwemen naar een volkomen oneerlijke behande-
ling. En tegen al of niet opzettelijke oneerlijke behandeling, ook in het
verleden, bestaan in een rechtsstaat nog altijd middelen welke wij bur-
gemeester en wethouders adviseren te baat te nemen indien ons geen
recht wordt gedaan. Wij hebben recht op gedifferentieerde tarieven omdat
nu eenmaal de tarieven voor licht en kracht, maar ook voor licht voor
yerschillende categorieën, inderdaad verschillend moeten zijn omdat hun
kostpnjs wezenlijk verschillend is. De eenvoudige bestudering van de
eginselen van kostprijsberekening leidt, zoals door spreker in verschil-
lende toonaarden en bij meerdere gelegenheden steeds weer is bezongen
tot die conclusie. A1 onze neringdoenden hebben recht op een afzonder-
:1J. .ildelln§:' of ze nu tot de handeldrijvende dan wel tot de indus-
tneele middenstand, dan wel tot de grootverbruikers behoren.
Wij zien met meer dan normale belangstelling het resultaat van de
besprekingen met Haarlem tegemoet. Deze lopen naar de mening van
vele raadsleden té lang, waarbij wij nog de opmerking menen te moeten
plaatsen dat elk onderwerp niet in samenhang met andere onderwerpen
behoeft te worden gezien. Het is voor alle ingezetenen een diepe teleur-
steliing, dat de elektriciteitstarieven nu moeten worden verhoogd terwijl
juist bij het rijk ter bepaling van de toe te stane verhoging van de lonen
er rekemng mee is gehouden, dat deze tarieven, door het doen vallen van
de omzetbelasting daarop, zouden dalen. AI onze ingezetenen wordei.
daardoor getroffen en juist de categorie van mensen wier werktuigen
door elektnciteit gedreven worden of wier werktuig de elektriciteit, voor
veriichtmg, zelve is (de winkeliers dus) wordt in het bijzonder getroffen.
Ons elektriciteitsbedrijf is helaas geen opwekkingsbedrijf. Weliswaar
is dat juist, m verband met het streven naar concentratie van elektrici-
teitsopwekkmg. Maar het laat ons afhankeliik zijn van een leverancier
wel wat eenzijdig op eigen voordeel is bedacht. Hoorden wij niet van
tedeii? omtrent oniuiste berekening van kolentoeslagen in het ver-
,rû°mtrent lle, la£ere winstraming van de bedrijven is inderdaad in het
yerleden gebleken, dat deze uitkomsten steeds meevielen, zoals door spre-
ker reeds bij meerdere gelegenheden uitvoerig is gedemonstreerd. On-
danks de omstandigheid dat het verbruik ditmaal misschien wat nauw-
keuriger îs geraamd, omdat het betrekking heeft op of liever verband
houdt met de werkelijke cijfers van de eerste 9 maanden van 1955, ligt
aan de aard van de wijziging van onze levensgewoonten, dat met
name voor elektnciteit en voor water, in de toekomst het verbruik zal
blijven toenemen. Indien mocht blijken dat deze trend ook in de toekomst
wordt voortgezet, zoals spreker verwacht, dan mag bij het samenstellen
van begrotmgen in de toekomst met deze hogere verbruiken wel reke-
mng worden gehouden en moet bij het vaststellen van de bedrijfsbegrotin-
gen in de toekomst op dit te verwachten grotere verbruik dan in de jaren
