84
31 januari 1956.
stelt kan de raad hier ook kennis van nemen. Wel kan spreker mededelen,
dat de noodzaak van dit stopgebod door de politie en de justitie ten zeer-
ste wordt onderschreven.
De heer Mr. Zeelenberg: Als bron van inkomsten?
De Voorzitter zegt een overzicht te zullen overleggen van de ongeluk-
ken die op dit punt zijn gebeurd toen het nog een voorrangskruising was
en van de ongelukken die zijn gebeurd nadat het stopgebod is afgekon-
digd.
De heer Drs Weijers wil zijn tevredenheid betuigen over het veranderen
van de verkeersaanduiding bij de kruising Camplaan/Heemst. Dreef.
Volgno. 248. Kosten van havens, vaarten, kaaimuren, sluizen en andere
vvaterwerken.
De heer Verspoor zegt, dat op zijn vraag om het lossen der schepen in
de Haven naar de Kanaalkant te verplaatsen en langs de haven een boom-
beplanting aan te brengen, door burgemeester en wethouders is geant-
woord, dat de Kanaalkant voor het lossen van schepen te weinig gelegen-
heid biedt. Als spreker echter langs de Haven komt, ligt er nooit een
groot aantal schepen dat gelost moet worden. Z.i. zou dan ook de losplaats
aan de Kanaalkant voldoende zijn.
Spreker acht het wel wenselijk dat de Haven een aardiger aanzien krijgt.
Dit zou mogelijk zijn door het planten van bomen aan de zijde van de
Heemst. Dreef. De zijkanten van de Haven kunnen dan behouden blijven
om te lossen.
De Voorzitter antwoordt, dat hij aan een beplanting bij de Haven gaarne
zal meewerken. De bomen dienen dan echter niet vlak aan de Haven maar
een eindje er van af geplant te worden. Burgemeester en wethouders zul-
len dit nog nader onderzoeken. De beste oplossing zou zijn om de hele
Haven te dempen. Mogelijk dat het nog eens zo ver komt.
Hoofdstuk VIII. Lager onderwijs.
De heer Ir. Kooijmans zegt blij te zijn dat deze vraag gesteld is, omdat
ze nog eens de aandacht vestigt op de kosten van het lager onderwijs.
Spreker krijgt de indruk, dat men voor het lager onderwijs met de uit-
gaven wat aan de ruime kant is. Het is spreker zo nu en dan opgevallen,
dat het bijzonder lager onderwijs voor dezelfde materialen lagere kosten
heeft dan het openbaar lager onderwijs. Spreker wil daarom burgemeester
en wethouders in overweging geven er voor te waken dat voor het lager
onderwijs niet de allermooiste en allernieuwste dingen worden aangekocht
maar hierin redelijk blijft.
De heer Disselkoen, wethouder, zegt, dat het hem eerlijk gezegd een
beetje duizelt. Zijn vage indruk is, dat het bijzonder onderwijs in Heem-
stede het openbaar onderwijs nog wel eens aardig voor is met de aanschaf-
fing van kostbare leermiddelen. Wanneer men de betreffende cijfers van
Heemstede vergelijkt met die van omliggende gemeenten, dan zal blijken
dat de zuinigheid bij het openbaar onderwijs zeer groot is. Soms kan na-
tuurlijk het bijzonder onderwijs met bepaalde dingen meer doen dan het
openbaar onderwijs omdat de schoolbesturen de bevoegdheid hebben om
de ter beschikking gestelde gelden te besteden zo ze willen. Zou b.v. een
bijzonder schoolbestuur er in slagen om schoolschoonmaaksters te vinden
die dat werk voor niets zouden doen, dan krijgt dat schoolbestuur daar
toch voor betaald. Zo zijn er natuurlijk allerlei mogelijkheden. Wanneer
de heer Kooijmans de indruk heeft dat het bijzonder onderwijs meer met
het geld kan doen dan het openbare, dan zal spreker het op prijs stellen
daar wat naders van te horen. Hij kan zich voorstellen dat dit niet in de
