31 januari 1956. 35 eigen oordeel van de burgers en burgeressen is de voorwaarde tot het opbloeien en blijven bestaan van een gezonde democratische staat. Van de jeugd en de volwassenheid is het slechts een korte stap naar de beiaarde. Een te lang vergeten groep, maar nu in liet brandpunt van de belangstelling. Enerzijds omdat allerwege het gevoel voor sociale gerech- tigheid aan het ontwaken is, anderzijds als een niet te verwaarlozen per- centage van het kiezerskorps. Het is juist deze ongelijksoortige be- langstelling die de bejaarden zich min of meer bewust zijn en waardoor deze groep politiek zéér gevoelig wordt. De bejaardenzorg heeft naast deze twee uiterst belangrijke aspecten nog vele andere De wetenschap maakt op dit terrein grote vorderingen en het zal onze taak zijn dat wij, aan de hand van deze vorderingen en de gegevens daaromtrent, ons stand- punt tegenover de groep bejaarden bepalen. Bliift het tweede in de aanhef van deze beschouwing genoemde punt van grote zorg voor onze fractie: het verlies aan vrijheid voor de ge- meente waardoor de autonomie meer en meer in het gedrang komt. De gemeente heeft slechts luttele eigen belastingbronnen die bovendien elk voor zich niet zo heel veel opleveren. Het leeuwendeel der inkomsten wordt van de centrale overheid verkregen hetzij als doeluitkering, hetzij als een algemene uitkering uit het gemeentefonds. Hoe meer men fman- ciëel van de centrale overheid afhankelijk is, hoe meer in het gedrang komt in eigen sfeer naar eigen aard zijn huis te kunnen bestieren. Het heeft dan ook onze goedkeuring dat de wethouder van de finaneien, liever dan aan te sturen op een subjectieve uitkering van de centrale overheid, getracht heeft door een kleine verhoging der straatbelasting en een lichte ver- hoging van het watertarief de eindjes aan elkaar te knopen. Toch blijft dit alles onbevredigend. Reeds verleden jaar wezen wij er op, dat het gerechtvaardigd is aan de gemeenten meer uit te keren uit het Wegenfonds omdat normaal onderhoud van straten tegenwoordig veei meer vergt 'dan in de tijd waarin de thans geldende regeling werd op- gezet. De commissie-Oud blijkt hier thans bepaalde gedachten over ont- wikkeld te hebben. Laten wij hopen dat zij, anders dan het antwoord op het voorlopige verslag van de begrotingsbehandeling suggereert, spoedig werkelijkheid worden. Het zou interessant zijn te vernemen welke bedragen în het gemeente- fonds vloeien uit als spreekster het zo noemen mag Heemsteedse bronnen Het kon best eens wezen dat de Heemsteedse gemeenschap mm- der uit deze pot ontvangt dan zij er in brengt. Kan de wethouder hier inlichtingen over geven? Als onze veronderstelling juist is blijkt hieruit wel treffend in welke onbevredigende situatie wij ons thans bevinden. Wij hebben reeds bij vroegere gelegenheden uitdrukking gegeven aan onze wens tot regionale samenwerking tussen Heemstede en de ons om- ringende gemeenten. Tot onze vreugde hebben wij die samenwerking op verschillend terrein zien groeien: schoolartsendienst en openbare werken met Bennebroek zijn hiervan gunstige voorbeelden. Kunnen wij de samenwerking met de gemeente Haarlem op het punt van de energievoorziening en het Coornhert Lyceum ook zo kwalificeren Uit het verslag van de raadsvergadering van de gemeente Haarlem waar de begroting werd behandeld, hebben wij gezien dat een der leden over dit onderwerp nogal harde noten gekraakt heeft en onvriendelijkheden aan het adres van Heemstede heeft gericht. Met name is gezegd dat Haarlem aan de levering van gas aan Heemstede aanzienlijk zou ver- liezen. Reeds eerder hebben wij ons afgevraagd of het wel een juiste constructie is de energielevering aan de Heemsteedse ingezetenen via het gemeente- lijk energiebedrijf door een andere gemeente te doen geschieden. Regio- nale energiebedrijven zijn hier naar ons gevoelen een betere oplossmg. Wij achten het ook een vreemde situatie dat Heemstede als een van de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 9