113
23 februari 1956.
vinden waar deze woningen konden worden geplaatst. Dat is de moeilijk-
heid geweest.
De heer Reijnders merkt op, dat nu wel met veel pathos wordt beweerd
dat door burgemeester en wethouders ten aanzien van de woningbouw
niets is gedaan of wordt gedaan, maar spreker vindt deze kritiek hoogst
onbillijk. Als men nu had gezegd dat men in hoogste instantie het gebruiik
van de werkkrachten en de bouwmaterialen niet eoördineert en de grens
niet sluit voor de uitvoer van bouwmaterialen, dan had men gelijk en kon
het gesprokene allemaal ondersehreven worden. Maar wat er nu gezegd
is, is een slag in de lucht. Als de raad besluit orp 100 woningen te bouwen
en de minister van wederopbouw geeft daartoe geen toestemming, dan
doet de raad niets. Ook gedeputeerde staten zullen de daarvoor benodigde
kredieten niet goedkeuren. Dât is realiteit.
De heer Zegwaart wil de heer Reijnders er aan herinneren, dat door
spreker reeds suggesties tot het bouwen van woningen met aanwending
van de reserve zijn gedaan op een tijdstip dat die mogelijkheid nog be-
stond. Men is er toen echter niet op ingegaan.
De Voorzitter wijst er op, dat er toen geen bouwterrein ter beschikking
van de gemeente stond, zodat geen enkele vorm van bouwen mogelijk was.
Spreker wil nog even opmerken, dat de discussie niet gaat over het be-
leid van het college inzake de woningbouw, maar over het bouwen van
woningen in het algemeen.
De heer Drs. Weijers zegt dat voor de aanleg van zwemvijvers en sport-
velden wel terrein te vinden was. Spreker zou niet weten waarom voor
het bouwen van woningen geen terrein kon worden gevonden.
De Voorzitter antwoordt, dat er ten tijde dat de heer Zegwaart zijn be-
doelde suggestie deed, geen terrein beschikbaar was waarop een goedge-
keurd uitbreidingsplan lag. In 1946, 1947 en 1948 zijn de woningen in de
provinciënbuurt gebouwd. Eigenlijk is dat daar nolens voiens gedaan omdat
er nergens anders bouwterrein beschikbaar was. TWee jaar geleden is
door de raad het plan aanvaard om 16 woningen te bouwen op het terrein
aan de Laan van Insulinde, een terrein waar burgemeester en wethouders
andere bedoelingen mee hadden.
Gelukkig is dat plan niet doorgegaan zodat het nu bestemd kan worden
voor het doel dat burgemeester en wethouders er oorspronkelijk mee had-
den. Om een goedgekeurd uitbreidingsplan te krijgen zijn er vele moeilijk-
heden overwonnen moeten worden, hetgeen met veel tijdverlies gepaard
ging. De heer Weijers mag daarom het college geen verwijt maken dat er
toen geen bouwterrein te vinden was. Burgemeester en wethouders ston-
den helemaal niet afkerig tegenover de suggestie van de heer Zegwaart.
In 1949 immers zijn er in de componistenbuurt 98 woningen gebouwd
waarvan de gemeente er 50 zelf gefinancierd heeft. Daarna kon er met
deze vorm van bouwen niet worden doorgegaan omdat nu eenmaal bouw-
terrein ontbrak.
Kwallteit gas.
De heer Dijkstra hebben de laatste tijd klachten bereikt over verstop-
ping van geijsers. Spreker heeft zich laten vertellen dat dit aan de kwali-
teit van het gas ligt. Kan de wethouder van de bedrijven hier iets over
mededelen
De heer Mr. Van Wijk, wethouder, antwoordt, dat deze klachten ook hem
en de bedrijven hebben bereikt. Het is inderdaad mogelijk en zelfs waar-
schijnlijk dat door de huidige kwaliteit van het gas zich bij geijsers ver-
stoppingen kunnen voordoen. Spreker weet niet precies welke chemische
reacties en bewerkingen hier allemaal aan te pas komen, maar hij meent