OPENBARE VERGADERING
van de Raad der Gerneente Heemstede
op donderdag, 23 februari 1956, des nam. om 4 uur.
23 februari 1956. 100
Voorzitter: de heer E. J. van Lent, waarnemend burgemeester.
Tegenwoordig zijn de heren: O. A. Brink, Mr. Dr. J. van Bruggen, K. J.
Dijkstra, W. J. H. van Hees, A. C. Hopstaken, Ir. J. Kooijmans, N. J. van
der Linden, W. J. Reijnders, M. D. Scheer, A. J. J. Verspoor, Th. J. H.
Verhoeven, Drs. M. Weijers, Mr. J. H. G. Zeelenberg, P. Zegwaart en de
wethouders A. J. van Houten en Mr. O. H. van Wijk.
Secretaris: de heer T. M. Schelling.
Afwezig met kennisgevingMevr. J. van Nispen-van Wely.
De Voorzitter opent de vergadering op de gebruikelijke wijze.
Spreker deelt mede, dat de burgemeester tengevolge van een val abso-
iute rust moet houden.
AGENDA:
1. Vaststelling notulen der vergadering van 26 januari 1956.
2. Ingekomen stukken en mededelingen.
3. Onderzoek geloofsbrief Mevrouw H. v. d. Meulen-Houwer.
4. Aanvaarding schenking (17).
5. Voorschot vergoeding 1956 bijzondere scholen (18).
6. Voorschot vergoeding 1956 vakonderwijs (19).
7. Voorschot vergoeding 1956 vakonderwijs voor bijzonder voortgezet ge-
woon lager onderwijs (20).
8. Voorschot vergoeding en huurvergoeding 1956 buitengewoon lager
onderwijs (21).
9. Voorschot vergoeding 1956 vakonderwijs buitengewoon lager onder-
wijs (22).
10. Uitbreiding St. Henricusschool (23).
11. Vloeistofduplicator Nicolaas Beetsschool (24).
12. Rijwielstalling St. Aloysiusschool (25).
13. Rente stichtingskosten woningcomplexen (26).
14. Intrekking besluit geldlening 1.000.000,(27).
15. Benoeming voorzitter van de huurcommissie (28).
16. Begrotingswijzigingen 1955 en 1956.
17. Rondvraag.
Alvorens met de behandeling van de agenda aan te vangen houdt de
Voorzitter de volgende rede, die door de vergadering staande wordt aan-
gehoord.
Mevrouw, mijne heren.
Vanaf deze plaats wil ik een enkel woord van afscheid spreken tot onze
vriend, wijlen de heer Disselkoen. Op 1 september 1931 deed de heer Dis-
selkoen als raadslid zijn intrede in deze zaal. Wij hebben hem in deze
functie, later als wethouder, leren kennen als een uitermate bekwaam man
en prettig mens, die volkomen van de door hem beheerde zaken op de
hoogte was. Daarnaast was hij een uitstekend spreker, wel eens scherp
maar altijd recht door zee. Zij die hem als raadslid hebben meegemaakt,
weten dat hij het oor van de raad had en dat hij op uitnemende wijze de
belangen van de gemeente wist te verdedigen. Hij was een warm pleiter
voor de belangen van de minst-bedeelden. Op 3 september 1946 werd hij