23 februari 1956.
102
De heer Van der Linden wordt door het lot aangewezen om bij even-
tuele stemmingen het eerst zijn stem uit te brengen.
De Voorzitter stelt voor het onderzoek van de geloofsbrief mevrouw H.
v. d. Meulen Houwer, als eerste punt van de agenda te behandelen. Als
leden van de commissie voor onderzoek van de geloofsbrief stelt spreker
voor de heren Mr. Dr. van Bruggen, Mr. Zeelenberg en Verhoeven te be-
noemen. De vergadering gaat hiermede akkoord.
De Voorzitter schorst de vergadering.
Na heropening der vergadering brengt de commissie voor onderzoek
van de geloofsbrief, bij monde van de heer van Bruggen, het volgende ver-
slag uit.
,,De ondergetekenden Mr. Dr. J. van Bruggen, Th. J. H. Verhoeven en
Mr. J. H. G. Zeelenberg, leden van de raad der gemeente Heemstede, aan-
gewezen als leden der commissie van onderzoek naar de geloofsbrief van
het op 10 februari 1956 benoemde lid van de raad dezer gemeente, in de
vacature ontstaan door het overlijden van de heer H. J. W. B. Disselkoen,
verklaren alle bescheiden te hebben onderzocht en geheel in orde te heb-
ben bevonden. De commissie is van oordeel dat er op grond van de over-
gelegde bescheiden geen bezwaren bestaan tegen de toelating van mevr.
H. van der Meulen-Houwer als raadslid dezer gemeente. Was getekend
van Bruggen, Th. Verhoeven, Zeelenberg."
De Voorzitter constateert dat er dus geen bezwaar tegen toelating van
mevr. van der Meulen bestaat. Zonder hoofdelijke stemming wordt tot toe-
lating besloten, waarvan de toegelatene in kennis zal worden gesteld.
Spreker wijst er voorts op, dat nu binnen 14 dagen een raadsvergade-
ring moet worden gehouden, waarin de verkiezing van een nieuwe wet-
houder aan de orde moet worden gesteld.
Deze zal worden gehouden op 5 maart a.s. des avonds om 8 uur.
I. VASTSTELLING NOTULEN DER VERGADERING VAN
26 JANUARI 1956.
Deze notulen worden zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Naar aanleiding van deze notulen zegt de heer Zegwaart dat de raad een
krediet verleende voor de aanleg van sportterreinen aan de Ringvaartlaan.
Uit de raad was echter aangedrongen om een gedeelte van dit werk aan
te besteden. waarover het college zich alsnog zou beraden, terwijl de voor-
zitter toezegde de resultaten van dat beraad aan de raad te zullen mede-
delen. Spreker vraagt hoe het met deze zaak nu verder gegaan is.
De Voorzitter antwoordt, dat hij daarover nog geen concrete mededelin-
gen kan doen. Van de zijde van het eollege wordt getracht een zo groot
mogelijk deel van het werk voor aanbesteding in aanmerking te doen
komen. Zodra daaromtrent meer bekend is, zal de raad daarvan mededeling
worden gedaan.
H. INGEKOMEN STUKKEN.
a. goedkeuring door gedeputeerde staten bij besluit van 1 februari 1956,
no. 211, van het raadsbesluit d.d. 26 januari 1956 ,no. 9a „Verkoop
grond van industrie-terrein aan de Cloosterweg".
b. idem, bij besluit van 25 januari 1956, no. 114, van het raadsbesluit d.d.
24 november 1955, no. 142 ,,Verlenging termijn ontruiming onbewoon-
baarverklaarde woningen".
c. idem, bij besluit van 18 januari 1956, no. 118, van liet raadsbesluit d.d.
22 december 1955, no. 158 ,,6e Wijziging der bouw- en woningveror-
dening".