124 5 maart 1956. De heer Zegxvaart vraagt of deze bedragen netto zijn. De heer Mr. Van Wijk antwoordt bevestigend. De heer Verspoor merkt op, dat juist degenen die zich niet melden de stille armen zijn. Spreker had graag dat, aan de hand van de lijst van het comité voor de stille armen, ook degenen die zich niet hebben gemeld voor een uitkering in aanmerking kwamen. De heer Mr. Van Wijk, wethouder, wil even corrigeren dat ook zij die op deze lijst voorkwamen, een uitkering hebben ontvangen. Aanleg sportvelden. De heer Van der Hnden zegt, dat burgemeester en wethouders de leden een opgave hebben doen toekomen van de werkzaamheden aan de aanleg van de sportvelden, die voor aanbesteding in aanmerking komen. Hier- mede komt het college wel enigszins aan de geopperde bezwaren tegemoet, maar spreker acht het deel van het werk dat aanbesteed wordt op geen stukken na voldoende, omdat dit deel toch aanbesteed zou zijn geworden. Spreker zou toch wel van burgemeester en wethouders de toezegging wil- len hebben, dat de raad in het vervolg geen voorstellen ter bekrachtiging worden voorgelegd die in feite hun beslag al hebben gekregen. De Voorzitter antwoordt, dat oorspronkelijk door het college contact opgenomen is met de D.U.W. omdat dan de mogelijkheid bestond dat een groot deel van het arbeidsloon door het Rijk zou worden betaald. Omdat er werkgelegenheid voldoende is, is dit plan gestrand. Er wordt van over- heidswege voor de aanleg van sportvelden geen subsidie meer verleend. Intussen waren de benodigde gegevens aan de Grontmij. gevraagd. Bur- gemeester en wethouders kunnen dat contact nu niet meer verbreken. Het is niet zo, dat er nu een gedeelte van het werk wordt aanbesteed dat toch aanbesteed zou zijn. Dit is wel degelijk een gevolg van de opmerkingen die hierover in de raad zijn gemaakt. Toezicht op rusthuizen. De heer Reijnders vraagt of er wel voldoende toezicht, in verband met de volksgezondheid, op de rusthuizen is. In een bepaald rusthuis zijn in de laatste weken twee mensen overleden. Men heeft daarbij de lugubere grap uitgehaald om de lijken in een zeil op een brancard te leggen, waarna ze zo in een lijkwagen zijn vervoerd. Spreker vindt het van heel weinig piëteit getuigen, dat in deze inrichtingen de doden niet eerst behoorlijk worden gekist en daarna vervoerd. In datzelfde rusthuis komt het voor, dat de matrassen van mensen die 's nachts vergeten zijn hun bed uit te gaan, in de conversatiezaal bij ver- warming of kachel worden gedroogd in het bijzijn van de andere patiën- ten. Dat vindt spreker heel erg. Spreker zal een dezer dagen aan de be- trokken wethouder het adres van dat rusthuis wel opgeven. Spreker ge- looft dat het goed zal zijn, dat van de zijde van burgemeester en wethou- ders meer toezicht op de naleving van de hygiêne enz. in de rusthuizen wordt gehouden. De Voorzitter antwoordt, dat regelmatig contrôle op de rusthuizen wordt uitgeoefend. Wat de heer Reijnders heeft medegedeeld was het college onbekend. Ook de heer Zegwaart heeft een klacht over een rusthuis. Een verzorg- de verklaarde nl. tegenover een winkelier uit Heemstede, dat ze niet ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 10