122
5 maart 1956.
De verdeling van het aantal portefeuilles over de wethouders was zo,
dat geen enkele wethouder over gebrek aan werk te klagen had, tenzij
hij naliet initiatief te nemen of naliet gegeven opdrachten uit te voeren.
De heer Disselkoen heeft echter meer gedaan dan men van hem heeft
gevraagd. Spreker is blij dat hier meerdere malen gezegd is, dat de heer
Disselkoen niet te evenaren of te overtreffen was. De P.v.d.A. heeft hem
dan toch maar gebracht. Spreker meent nog steeds dat deze gemeente 4
wethouders behoeft, wil zij gelijke tred houden met gemeenten van gelijke
grootte. Spreker wil er aan herinneren dat de bestaande plannen voor de
bouw van een nieuw zwembad, en een sportcentrum nog niet tot uitvoe-
ring zijn gebracht, terwijl ook aan de kwestie van het fröbelonderwijs en
de voorziening in schoolruimte veel werk verbonden zal zijn. Als er geen
4e wethouder komt, houdt spreker zijn hart vast dat al deze dingen zullen
blijven rusten. Nu heeft men wel gezegd dat in een gemeente als Heem-
stede de burgemeester ook wel gelegenheid heeft om een portefeuille te
beheren. Het spijt spreker dat de burgemeester vanavond geen voorzitter
is. Was hij er wel geweest ook dan zou spreker gezegd hebben: ,,Voor
representatie hebben we een pracht burgemeester, maar als wethouder
van onderwijs of als wethouder van welke tak van dienst ook, geloof ik,
dat we niet één maar meerdere motoren achter hem aan moeten zetten
om hem aan het werk te krijgen en aan het werk te houden." Wil het
werk in onze gemeente niet stagneren, dan zal de raad moeten beginnen
met de vierde wethouder te handhaven.
De heer Zeelenberg stelt de zaak wel heel erg simpel door te vertellen
dat Disselkoen wethouder geworden is omdat hij Disselkoen was. Toen de
benoeming van de vierde wethouder aan de orde kwam, heeft slechts één
lid van de V.V.D.fractie gedaan wat des fracties was, nl. tegengestemd.
De rest van de fractie heeft slechts zeer node vôör gestemd, omdat het
zwaard van Damocles haar boven het hoofd hing. Zij deed dit omdat de
voorzitter van de K.V.P. had gezegd: „dan komt jullie wethouder er niet."
Spreker gelooft dat dit de hele kwestie is. En nu kan men er net zoveeî
franje omheen maken als men wil, spreker gelooft het niet, zijn fractie
gelooft het niet en niemand die enigszins hersens heeft en gevolgd heeft
wat in deze gemeente is gebeurd gelooft dat 3 wethouders voldoende zijn
om het werk behoorlijk te kunnen afhandelen. Wij geloven nog steeds dat,
als er vanavond maar 3 wethouders worden benoemd, het nergens anders
om gaat dan om het gedeelte van de bevolking dat op de P.v.d.A. heeft
gestemd, buiten het dagelijks bestuur van de gemeente te houden. Dit is
het laatste dat spreker er over te zeggen heeft.
De heer Verhoeven zal met een paar kleine opmerkingen volstaan. In
één van de Haarlemse bladen heeft rond Kerstmis een artikeltje gestaan,
waarin men mopperde over allerlei plannen die de gemeente volgens de
begrotingsnota had. Dat artikel maakte de indruk van enigermate geïn-
spireerd te zijn. Misschien dat de inhoud van dat artikel tegemoet kan
komen aan de bezwaren die de heer Reijnders koestert, want het eindigde
ongeveer als volgt: ,,Het is jammer dat er 4 wethouders in Heemstede
zijn. Ware er maar een sterke oppositiepartij in de raad dan zouden de
prijzen van gas en elektriciteit niet omhoog zijn gegaan."
Als spreker de constellatie in deze gemeente nagaat, dan gelooft hij,
dat de P.v.d.A. in deze gemeente voor een groot deel bestaat uit intellec-
tuelen, ambtenaren, onderwijzers. De arbeiders echter, spreker spreekt in
grosso modo, moet men ergens anders zoeken. Laat men die maar zoeken
bij de K.V.P.
De Voorzitter vindt het jammer dat de heer Reijnders in zijn betoog de
burgemeester heeft aangevallen, omdat deze zich daartegen nu niet ver-
dedigen kan.