4e afd. 29 maart 1956.
VERORDENING OP DE KEURING VAN WAREN
Aan de Raad,
Overeenkomstig het door de toenmalige Minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid ontworpen model is bij Uw besluiten van 16 juni 1921,
no. 42 en 31 januari 1929 no. 2 vastgesteld een verordening op de keuring
van waren. Blijkens een circulaire van de Minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid is de redactie van deze verordening, na het in werkiing
treden van de wet op de economische delicten, niet in overeenstemming
met die wet. b
Sinds het in werking treden van de Wet op de economische delicten
ligt de grondslag voor de strafbedreiging van de gemeentelijke verordenin-
gen op de keuring van waren in artikel 1, 2e lid onder e van deze wet
waarin îs bepaald, dat economische delicten zijn: overtredingen van voor-
schriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 6 eerste lid 14 16 en 27
van de Warenwet (Stbl. 1935, no. 793). Hierdoor kan artikel6 van de
plaatselijke verordening op de keuring van waren vervallen.
Voorts verdient het aanbeveling artikel 7 der verordening te laten ver-
vallen omdat dit artikel, in verband met het gestelde in artikel 18 der
Warenwet (Stbl. 1935, no. 793) overbodig is.
Bovendien bevat de verordening nog steeds verwijzingen naar de Waren-
wet (Stbl. 1919, no 581), in plaats van naar de Warenwet (Stbl 1935
no. 793).
Gelet op het vorenstaande en mede in aanmerking genomen dat het
aanbeveling verdient een zo groot mogelijke eenheid in de redactie der
verschillende verordeningen op de keuring van waren te bewerkstelliigen
verzochten Gedeputeerde Staten van Noordholland ons, te bevorderen dat
do°r Uw Raad een verordening wordt vastgesteld overeenkomstig' een
vanwege de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid ontworpen
model.
Ter voldoening aan dat verzoek bieden wij U bijgaand ontwerp-besluit
ter vaststelling aan.
Heemstede, 14 maart 1956.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
E. J. van Lent l.b.
De secretaris,
T. M. Schelling.