29 maart 1956.
132
moeten instellen. Laten burgemeester en wethouders deze zaak nog eens
bekijken in de richting die hier gesuggereerd wordt, opdat de voetganger
voor het moordende verkeer wordt beschermd. Als er in dit opzicht niets
gebeurt, vreest spreker dat hier vele verkeersongevallen zullen plaats
vinden.
De heer Verhoeven blijft van mening dat hier te veel overdreven wordt.
Het merendeel van de mensen steekt gewoon de weg over. Bovendien houdt
men nu enkel nog maar rekening met de reizigers die van Amsterdam
komen. Wanneer er reizigers van Den Haag komen, moeten zij öf door
de tunnel heen öf de luchtbrug over. Spreker is er dan voor om maar
2 luchtbruggen te maken. Spreker vindt een luchtbrug echter een afschu-
welijk ding. Op dit punt zal een verkeersregeling de oplossing moeten
brengen.
De heer Mr. Zeelenberg merkt op, dat het wel enige jaren zal duren
voordat het viaduct klaar is. Dat betekent, dat het gemotoriseerde ver-
keer weer enige percenten intensiever zal zijn dan nu, waardoor het prak-
tisch niet mogelijk zal zijn daar op een zondagmiddag over te steken. Dit
geldt niet alleen voor de reizigers maar ook voor de gewone voetganger.
Nu al kan men 's zomers niet oversteken zonder zijn leven te riskeren.
Een luchtbrug is natuurlijk niet mooi, maar aangeplakt tegen het station
dat boven de weg komt, zal het de situatie niet nog lelijker maken dan
zij al wordt.
De heer Van Lent, wethouder, heeft zoeven gezegd, dat het college het
bouwen van een luchtbrug nog wel eens zal bekijken. Het is sprekers be-
doeling niet geweest daarmede te kennen te geven dat burgemeester en
wethouders pas over enkele jaren deze zaak in studie zullen nemen doch
reeds nu. Hoofdzakelijk wordt hier gedoeld op de moeilijkheid dat de enige
rijwielstalling aan de noordzijde van de Zandvoortselaan is, waardoor men
altijd moet oversteken om zijn fiets te halen. Men kan echter b.v. ook aan
de zuidkant van de Zandvoortselaan een rijwielstalling maken, waardoor
die moeilijkheid zou zijn opgelost. Ook zou het maken van een uitgang
aan de noordzijde van het station een oplossing kunnen geven. Omdat een
luchtbrug verschrikkelijk lelijk is, bovendien erg kostbaar, terwijl spreker
verwacht dat hij heel weinig gebruikt zal worden, meent spreker, dat zo
enigszins mogelijk, het bouwen van een luchtbrug achterwege moet blij-
ven. Bovendien zou men, bij het drukke verkeer in de zomer op de Zand-
voortselaan wel op verschillende punten luchtbruggen kunnen gaan maken.
De heer Mr. Zeelenberg meent, dat men deze zaak echt niet moet onder-
schatten. Over een paar jaar zal men een situatie het hoofd moeten bieden
die hoogst emstig is.
De heer Verhoeven is het daarmede eens. Spreker meent alleen dat
deze moeilijkheid door het plaatsen van een verkeersagent of door het aan-
brengen van stoplichten op een minder kostbare wijze kan worden opge-
lost.
De Voorzitter merkt op, dat men op het ogenblik bezig is om in Neder-
land voetgangersoversteekplaatsen in te voeren, waarvoor het verkeer
dan zal moeten wachten. Dat kan dus ook bij het station noodzakelijk zijn.
Burgemeester en wethouders zullen bekijken of een oplossing te vinden
is waardoor aan de bezwaren kan worden tegemoet gekomen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
XVI. PRESENTIEGELD VOOR LEDEN VAN DE STEMBUREAUX.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.