6Q;
2e afd. 27 april 1956. 49
VAKANTIE-UITKERING AAN GEMEENTEPERSONEEL.
De Raad der gemeente Heemstede
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
Mede gezien de circulaires van de Minister van Binnenlandse Zaken d.d.
8 maart 1956, no. U 24079 en 24 maart 1956 no. 24203, alsmede de circulaire
van het Centraal Bureau inizake gemeenschappelijke behandeling van
gemeentelijke personeelsaangelegenheden d.d. 15 februari 1956, no. 72;
BESLUIT:
A. in te trekken zijn besluit van 28 april 1955 no. 53 betreffende de toe-
kenning van een vakantie-uitkering aan het gemeentepersoneel voor
het jaar 1955;
B. de regeling betreffende de vakantie-uitkering voor het rijkspersoneel,
neergelegd in artikel I, paragraaf 2 en in artikel II, paragraaf 5a
van het Koninklijk Besluit van 12 oktober 1955 Stbl. no. 516 te reke-
nen voor de jaren 1955 en 1956 van overeenkomstige toepassing te
verklaren op het daarvoor in aanmerking komende gemeenteperso-
neel, waarvan de rechtstoestand van gemeentewege wordt geregeld,
daaronder begrepen de secretaris, de ontvanger en de ambtenaren van
de burgerlijke stand, met dien verstande, dat:
1. zij voor de ambtenaren in dienst dezer gemeente geacht wordt in
werking te zijn getreden op 1 januari 1955 en voor de werklieden
op de eerste dag van de loonweek, waarin deze datum valt;
2. in genoemde paragrafen voor ,,Onze Minister van Binnenlandse
Zaken" wordt gelezen „Burgemeester en Wethouders";
C. artlkel IV van het bij de circulaire van de Minister van Binnenlandse
Zaken d.d. 24 maart 1956 no. 24203 gevoegde ontwerp van een Ko-
ninklijk Besluit, krachtens welk artikel aan diegenen van het rijks-
personeel, aan wie in het jaar 1956 een vakantie-uitkering zal worden
uitbetaald, bij wijze van tijdelijke uitkering een bedrag wordt toege-
kend gelijk aan dat van die vakantie-uitkering, van overeenkomstige
toepassing te verklaren op het daarvoor in aanmerking komende ge-
meentepersoneel, waarvan de rechtstoestand van gemeentewege wordt
geregeld, daaronder begrepen de secretaris, de ontvanger en de ambte-
naren van de burgerlijke stand.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 27 april 1956.
De secretaris, De voorzitter,