143
27 april 1956.
ming toch niet hoog. Gaat men dat getal lager stellen dan zullen de kosten
per woning natuurlijk opiopen.
Naar aanleiding van het gesprokene over de verdienende kinderen wil
spreker er nog op wijzen dat juist de verdienende kinderen graag een eigen
kamer hebben die ze zelf kunnen inrichten waar ze het zich een bee'tjje
aangenaam kunnen maken. Diezelfde kinderen zullen daarvoor heel graag
een kleinigheid in de huur bijdragen.
Verder onderschrijft spreker hetgeen de heren Zegwaart en Reijnders
ln het midden hebben gebracht.
De heer Verspoor is uitermate tevreden over de prijs die voor de aanleg
van deze centrale verwarming is bedongen. Spreker heeft onlangs een
berckening gezien van centrale blokverwarming. Daarbij kregen de men-
sen 2 kamers verwarmd terwijl de huur met 3.werd verhoogd. Qua
prijs verdient het maken van een aparte centrale verwarming in wo-
ningen zeker nog de voorkeur. In de commissie voor de volkshuisvesting
heeft spreker enige bezwaren naar voren gebracht die echter door de
wethouder zijn weerlegd. Spreker juicht dsze proefneming dan ook toe.
Wat de bezwaren tegen het honorarium van de architect betreft wijst
spreker er op, dat de architect de aanleg van de centrale verwarming moet
voorbereiden en uitkienen in overleg met de betrokken firma. Dat eist ont-
zettend veel tijd. Zou het alleen het toezicht van de architect betreffen
dan zou men tot de conclussie kunnen komen dat hij het geld zo maar in
zijn zak hoefde te steken. Van zijn honorarium moet ook het loon van
zijn personeel af.
De heer Drs. Weijers wijst er op, dat z.i. de aangenomen afschrijvingster-
mijnen zijn berekend naar de uitkomst in plaats van andersom. Een af-
schrijvingstermijn van 15 jaar voor de ketels en van 35 jaar voor de ver-
dere installatie vindt spreker te lang.
Voorts merkt spreker op. dat de meerdere kosten van 2.25 per week
alleen de aanleg van de centrale verwarming betreffen. Het stoken van
een centrale verwarming is echter belangrijk duurder dan van een kachel.
Dit komt er dus ook bij.
Spreker is het met de heren Zegwaart en Reijnders eens dat dit bedrag
door de arbeidersgezinnen kan worden betaald, omdat de kinderbijslag en
het loon van verdienende kinderen het gezinsinkomen verhogen. En in
deze huizen zullen in ieder geval gezinnen met kinderen komen.
Ook spreker heeft zich aan het hoge bedrag voor architectenhonorarium
geërgerd.
De heer Van I.ent, wethouder, wil beginnen met de voorgeschiedenis van
dit voorstel. Toen spreker in de commissies voor de volkshuisvesting en
openbare werken met het voorstel kwam om in de 68 maandhuurwoningen
centrale verwarming aan te brengen, liet hij zich ontvallen dat hij dat
ook voor de weekhuurwoningen zou willen doen. Spreker vond toen bij alle
leden veel bijval. Dit heeft hem de moed gegeven om met dit voorstel te
komen.
De heer Van der Linden heeft gezegd, dat een bepaalde categorie van
mensen voor deze woningen niet in aanmerking zal kunnen komen, om-
dat de huur te hoog wordt. Dat geval deed zich echter ook voor bij de
oorspronkelijk vastgestelde huur van 9.50. De grens wordt nu wel enigs-
zins verlegd, maar er is toch altijd een grens. Men kan toch niet alleen
voor degenen gaan bouwen die het laagst bezoldigd zijn!
De heer Van der Linden heeft zich voorstander van de tweekamer-
woning verklaard, hetgeen door de heer Zegwaart is benadrukt. Het is
echter bekend dat men bij een woningwetwoning van het tweekamer-type
onmiddellijk boven de toegestane inhoud uitgaat tenzij men de tweede
kamer heel klein maakt. Spreker is van mening dat met dit voor-
stel de bezwaren tegen de eenkamerwoning wel zijn opgelost. Zeer terecht