158
25 mei 1956
bepaalde loongrens, dan zou naar sprekers gevoelen diens stelling nog
minder grond hebben. Want wat gebeurt hier. In deze regeling zijn
de ambtenaren inderdaad in 2 categorieën verdeeld, maar in feite is dit
hiet anders dan een voortgaan op de weg die de praktijk de ambtenaren
in de achter ons iiggende jaren had doen inslaan. Het is toch zkeer
zo, dat de lager gesalariëerde ambtenaar en de werkman zich heel goed
in de ziektekostenregeling die het ziekenfonds biedt, thuis voelt. Met
toepassing van een salarisgrens wordt eenvoudig aangesloten op wat de
praktijk geleerd heeft en het is helemaal niet een principieel uit elkaar
trekken van het gehele ambtenarencorps.
De heer Zegwaart meent voorts, dat, wanneer de IZA geen algemeen
karakter zal krijgen, de ambtenaren in de greep zullen komen van een
voor hen niet Mnjgewenste regeling van het ministerie van sociale zaken.
Het is mogelijk dat dit ministerie plannen heeft welke voor de ambtena-
ren ongewenst zijn. Spreker kan dat niet betwisten bij gebrek aan we-
tenschap, maar hij kan wêl zeggen dat dit niet beïnvloed wordt door de
vraag of 80% van de ambtenaren is verzekerd bij een IZA en 20% bij het
bureau van de gecombineerde verzekeringsmaatschappijen of 100% bij
een IZA. Als maar vaststaat dat, waar men de ambtenaren ook ver-
zekert, een verzekering is geschapen die uitsluitend voor ambtenaren
geldt en aan de hoogste eisen voldoet. Dan kan tegen plannen van een
minister, waardoor de ambtenaren in de greep van een onbevredigende
regeling zouden komen, altijd gezegd worden (en dat zal de Kamer dan
zeker zeggen),,Excellentie waar begint gij aan nu er voor de ambtena-
ren reeds zulke goede regelingen in eigen kring en bij het particulier be-
drijf bestaan."
Spreker hoopt de leden die nog twijfelden de overtuiging te hebben
bijgebracht dat dit voorstel goed is. Hierbij behoeft niet de vreees te wor-
den gekoesterd dat de speciale status van de ambtenaar in gevaar wordt
gebracht welk punt, naar spreker gelooft, in feite de kern is van het be-
toog van de heer Zegwaart en van allen die zich tegen deze regeling
verzetten.
De heer Beijnders zegt, tijdens de rede van de heer Zeelenberg de
interruptie geplaatst te hebben „U bedoelt het bureau van deze 37 maat-
schappijen". Het is mogelijk dat deze interruptie juist was, want als
deze 37 maatschappijen een aanbieding hadden gedaan, dan gelooft spre-
ker dat de heer Zeelenberg zeker zo verstandig zou zijn geweest om zich
buiten de discussie te houden.
Spreker heeft zich uitermate verbaasd, dat burgemeester en wethou-
ders een advies van de commissie voor het georganiseerd overleg hetwelk
met een zo overweldigende meerderheid gegeven is, naast zich neerleggen
en rustig komen met een ander voorstel. Alle landelijke bonden hebben
zich tegen deze regeling uitgesproken. Het waren slechts een paar plaat-
selijke afdelingen van ambtenaren, nl. de protestant-christelijke en de
bond die spreker wel eens de wijdse titel van de burgemeestersbond
geeft, die zich tegen de aansluiting bij het IZA verklaarden. Spreker
herinnert er aan dat hij indertijd burgemeester en wethouders heeft ver-
zocht voor deze materie een commissie ad hoc te benoemen van ver-
zekeringstechnisch onderlegde personen om burgemeester en wethouders
hierin van advies te dienen. Het college heeft deze suggestie naast zich
neergelegd.
Het college stelt nu voor voor het personeel der gemeente een collec-
tieve verzekering af te sluiten met het Bureau collectieve verzekering
voor ambtenaren. Met dit bureau, zij het dan dat het gevormd wordt
door 37 verzekeringsmaatschappijen, begint geen enkele verzekeraar een
verzekering, want ên de verzekerde ên de verzekeraar beginnen slechts
dan assurantiën als er een behoorlijk draagvlak is. De heer Zeelenberg