162
25 mei 1956
de P.v.d.A. gezegd, dat dit voorstel de toets van elke kritiek kon door-
staan en de_ heer Mensink heeft gezegd dat de grotere vrijheid van de
verzekerde hem zo buitengewoon verblijdde. De V.V.D. was reeds aan-
stonds voor een dergelijke regeling, terwijl de K.V.P., hoewel zij liever de
IZA-regeling had gezien, zich toch wel van harte aansloot bij de voor-
gestelde regeling. Ook de prot. chr. groepen stonden achter de regeling.
Naar sprekers mening moet men hier niet te veel politiek bij halen, want
de partijen kunnen ook vanuit hun politieke gezichtspunt wel achter deze
regeling staan zonder dat dit hun politieke beginselen aantast.
Spreker wil ook nog wijzen op een leerzaam rapport van de directeur
van de afd. brandvaria- en ziektekostenverzekering van de gemeente
Amsterdam, iemand dus die buiten de verzekeringsmaatschapprjen staat.
Spreker citeert daaruit: „De wijze waarop de materie in de reglementen
is uitgewerkt is onvoldoende. Op tal van punten worden de moeilijkheden
welke de praktijk meebrengt onderschat. Vele bij het politiefonds aan-
geslotenen hebben hun verlangen kenbaar gemaakt om weer gewoon zie-
kenfondsverzekerde te mogen worden." ,,dat een volkomen ondeugdelijke
berekening van de vermoedelijke lasten wordt toegepast". ,,dat naar
zijn overtuiging een groot gedeelte van de werklieden en lagere ambte-
naren het huidige ziekenfondsstelsel zullen blijven prefereren, zeker in-
dien men de gevolgen van het nieuwe stelsel zou kennen".
Ook de resultaten van het IZA in Limburg hebben burgemeester en
wethouders gevolgd. De heer Zegwaart heeft kennelijk dit argument al
gevreesd en getracht het bij voorbaat te ontzenuwen. Maar het argu-
ment blijft toch bestaan, dat de gang van zaken daar minder gunstig is
geweest, dat jaar op jaar de premie hoger wordt en dat men nog niet
weet waar men aan toe is_ dat men zelfs de pariteit zal moeten loslaten.
In juli a.s. zullen de geméenten 3/5 van de premie gaan betalen en de
ambtenaren 2/5. A1 de idealen die men aanvankelijk gesteld had, als vaste
premie, een zekere stabiliteit, pariteit in deelneming, heeft men moeten
loslaten en het einde van dit alles weet men niet. Eén van de grote
voordelen van het voorstel van burgemeester en wethouders is dan
ook de grotere stabiliteit. Men weet in elk geval waar men de eerst-
komende 3 jaar aan toe is. Deze regeling bevat meer differentiatie-mo-
gelijkheden en geeft de ambtenaren de volle vrijheid al of niet toe te
treden. Naar sprekers mening moet men als uitgangspunt nemen, vrij
te laten waar vrijgelaten kan worden. De heer Zegwaart stelt daar tegen-
over dat die vrijheid maar betrekkelijk is. Inderdaad alle vrijheid is be-
trekkelijk, maar waar vrijheid kan zijn laat men ze daar in vredesnaam
handhaven.
Een derde heel belangrijk punt is, dat men door deze regeling aan te
nemen particuliere verzekeringsmaatschappijen inschakelt met hun
ervaring en service. Het is altijd een goede Heemsteedse gewoonte ge-
weest om, waar dit kan, het particuliere bedrijfsleven in te schakelen en
alleen als er aanwijsbare bezwaren tegen deze handelwijze zijn, dit niet
te doen. Hoewel het op een ander vlak ligt, noemt spreker als voorbeeld
het installeren van gasgeijsers in gemeentewoningen. Hier zat ook de
moeilijkheid of de gemeente dit zelf zou gaan verzorgen. Men heeft
zich toen op het standpunt geplaatst dat met betrekking tot de aanleg
en het onderhoud van de gasgeijsers de particuliere installateurs konden
worden ingeschakeld. Spreker zou nog andere voorbeelden kunnen noe-
men, maar het is Heemsteedse traditie om bestaande particuliere onder-
nemingsvormen in te schakelen.
De heer Verhoeven heeft gezegd, dat het IZA eigenlijk ook een par-
ticuliere instelling is, de zoveelste maatschappij dus eigenlijk naast de
reeds bestaande. Maar wanneer spreker de heer Zegwaart hoort praten
over een overbodig bureau dan wil spreker er toch op wijzen dat overbodig
is datgene wat er bijgemaakt wordt en niet wat er reeds is. Hiermede