166
25 mei 1956
De heer Mr Zeelenberg: „Voor ziekenhuistarieven is Heemstede gelijk
aan een grote stad. Specialisten en doktoren idem".
De heer Zegwaart vervolgt: Hier is de deskundige aan het woord. In
elk geva) maakt men dus mee dat men in alle plaatsen waar aanbiediigen
worden gedaan, met verschillende premies te maken krijgt.
De heer Zeelenberg heeft er op gewezen, dat eventuele tekorten van
het IZA over de gemeenten worden omgeslagen. Natuurlijk, dat is zo
bij een onderlinge vorm. Maar bij aanvaarding van de regeling van het
bureau begint men met reeds nu 2000,zijnde 1/3 van de kosten, meer
neer te leggen dan de kosten zouden zijn bij aansluiting bij het IZA. Hier
iegt men er bij voorbaat al bij. Aansluiting bij het IZA zou geen 6000,
maar 4000,kosten. De heer Zeelenberg waarschuwt bij elke begroting
om toch vooral niet met geld te smijten. Hier wordt door de ambtenaren
een regeling gevraagd die minder kost en desondanks zeggen burgemees-
ter en wethouders dat zij dat niet doen en geven zij een regeling die
meer kost.
De heer Mr Zeelenberg heeft gezegd dat de gemeente niet alleen wordt
gevormd door de ambtenaren, maar dat dat alle ingezetenen zijn en een
eventueel tekort zou dus uit de beurs van alle ingezetenen komen. De
salarissen, zowel voor de hoogst als voor de laagst bezoldigden, moeten
allemaal door de ingezetenen worden opgebracht, zoals dat ook het geval
is als een ambtenaar ziek is en zijn salaris 1V2 of 2 jaar wordt doorbe-
taald. Hetzelfde geldt voor de ziektekostenregeling. Daarvoor zijn de
ambtenaren in dienst van de gemeenschap.
Dat de arbeiders in Haarlem van de ziekenfondsen zijn overgegaan
naar de Haarlemse regeling, vindt spreker volkomen begrijpelijk. Zij
worden daarmede particulier patiënt en dat is ook zeer belangrijk. Om
dit te illustreren zal spreker een aardig voorval noemen. Een dokter
schreef een recept voor een zieke, waarna hij vroeg in welk ziekenfonds
de patiënt was. Toen hij hoorde dat de patiënt niet in een ziekenfonds was
schreef hij een ander recept omdat hij die medicijnen niet van het zieken-
fonds mocht voorschrijven. Hoewel spreker niets ten nadele van de dokto-
ren zal zeggen inzake hun behandeling van ziekenfonds- en particuliere
patiënten, mogelijk dat er in omgangsvormen wel een klein beetje ver-
schil zal bestaan, blijkt uit dit voorval toch wel dat de partieuliere patiënt
zich betere geneesmiddelen kan aanschaffen.
Spreker vraagt zich af waarom de heren Zeelenberg en van Wijk niet
zijn ingegaan op de door spreker genoemde oorzaken van de tekorten
bij enkele IZA-regelingen. Naast de reeds door spreker genoemde grootte
van gezinnen in Brabant en Limburg komt er ook nog bij dat die pro-
vinciën bestaan uit veel 4e, 3e en 2de klas gemeenten en slechts heel
weinig le klas gemeenten waardoor dus de pensioensgrondslagen over
het algemeen ook lager liggen dan in andere provinciën.
Spreker wil de heer Zeelenberg toegeven dat men in Limburg in het
begin wat ontimistisch is geweest. Naar aanleiding van het gezegde door
de heer Zeelenberg dat dit bij de verzekeringsmaatschappijen niet zou
zijn voorgekomen omdat de mensen zo deskundig zijn, wijst spreker er
op dat er in de vakbeweging ook een groot aantal mensen zijn die waar-
achtig wel in staat zijn om een berekening te maken.
Voorts heeft de heer Zeelenberg gezegd, dat bij het bureau reeds com-
pensatie over het hele land plaats vindt. Spreker gelooft dat deze rege-
ling met deze premie voor het bureau nadeel zal opleveren in plaats van
winst. Als spreker ziet wat men als particulier moet betalen voor ziekte-
kostenverzekering en wat nu aan premie gevraagd wordt, dan komt
hij tot de conclusie dat men vroeger veel te veel heeft laten betalen of
dat er nu geld bij moet. Ze moeten het zelf weten als ze 3 jaar geld er
bij willen leggen. De mogelijkheid bestaat echter dat, als de maatschappijen