25 mei 1956 151 ingenomen. Spreker wil daarbij opmerken, dat ook deze gemeente bij het centraal orgaan is aangesloten. Voorts is er door de commissie van overleg advies uitgebracht en ook deze commissie heeft in overgrote meerderheid de zgn. Haarlemse regeling afgewezen. Desondanks komen burgemeester en wethouders met een voorstel om een ziektekostenrege- ling te treffen met het bureau. Spreker was oorspronkelijk nog in de veronderstelling dat deze beide adviezen het coliege tot andere gedachten hadden gebracht omdat op de agenda van de vorige raadsvergadering geen voorstel tot het sluiten van een ziektekostenregeling voorkwam. Nu het voorstel er zo ligt, wil spreker beginnen met de situatie ten aanzien van de ziektekostenvoorziening voor het overheidspersoneel te schetsen. De regering heeft vanaf kort na de bevrijding tot vandaag het overheidspersoneel steeds beloofd dat er een ziektekostenregeling voor het rijkspersoneel zou komen waaraan dan natuurlijk een regeling voor de lagere organen zou worden verbonden. Die belofte is tot vandaag niet ingelost. De ambtenarenorganisaties hadden in de eerste jaren na de oorlog wel wat anders te doen dan uitsluitend aandacht te schenken aan een ziektekostenregeling voor het overheidspersoneel, omdat er op dat mo- ment veel belangrijker zaken aan de orde waren n.l. de kleding en voeding van de mensen. Bovendien was het zo, dat de positie van de laagstbezol- digden in overheidsdienst niet zo veel verschilde met die in de partieu- liere bedrijven, omdat men zich verzekeren kon bij een ziekenfonds. Voor hen die een salaris hadden dat boven de gestelde grens in de ziektewet uitkwam, lag de zaak anders en naar sprekers mening ook moeilijker. Toen in verband met nieuwe geneesmiddelen en geneeswijzen de premies van de ziekenfondsen maar steeds bleven stijgen, kon er geen dag en geen uur meer gewacht worden, waarop de organisaties met de overheid zijn gaan overleggen. Daaruit is voortgevloeid de zgn. interim-ziektekos- tenregeling. De regering zag dit met lede ogen gebeuren, want zij hield maar steeds vol dat deze interimregeling er niet behoefde te komen om- dat er toch binnenkort een definitieve voorziening van overheidswege zou komen. Tot nu toe is het echter een touwtrekken geweest tussen de ministeries van sociale zaken en binnenlandse zaken. Sociale zaken wil het overheidspersoneel binnen de normale sociale voorzieningen brengen en binnenlandse zaken houdt vast aan een bijzondere regeling voor het overheidspersoneel, voortvloeiende uit de bijzondere status van dat perso- neel. Men kan natuurlijk niet eeuwig met een interimregeling blijven werken. In Limburg hebben toen gemeentebesturen en organisaties over- leg gepleegd, waaruit de ziektekostenregeling voor de ambtenaren in Limburg is ontstaan, heel vlug gevolgd door ziektekostenregelingen in een aantal andere provincies. Tot op 26 maart 1956 is het aantal gemeenten dat aangesloten is bij een IZA gegroeid tot 632. Spreker overdrijft niet als hij zegt dat dit aantal nu ruim 650 zal zijn. Als men daarbij telt dat alle provincies, behalve Zeeland, ook bij een IZA zijn aangesloten dan kan men zich een denkbeeld vormen van het grote aantal ambtenaren dat op het ogenblik onder een IZA of IZR regeling valt. Spreker kan er aan toevoe- gen dat de ambtenaren hierover zeer tevreden zijn. Spreker wil niet ver- helen, dat er kort na het inwerkingtreden van de regeling nogal wat moeilijkheden waren te overwinnen. Er waren nogal wat klachten, maar na drie, vier, hoogstens 5 maanden, waren deze als sneeuw voor de zon verdwenen. Nu verklaren de mensen dat ze dankbaar zijn dat deze rege- ling er gekomen is, waarbij zij hun spijt uitdrukken dat het niet eerder gebeurd is. Nu spreker de totstandkoming van het IZA heeft geschetst, wil hij toch ook vertellen hoe het bedoelde bureau tot stand gekomen is. In Haarlem is tot tweemaal toe een voorstel van burgemeester en wethouders, om de initiatiefgemeente te worden voor het IZA voor Noord-Holland, door de raad afgewezen. Na die tweede afwijzing werd er door een aantal

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 3