25 mei 1956 155 die aan andere loontrekkenden dan ambtenaren gegeven is, waardoor dus een rechtspositie ontstaan is waar hij niet bestond, er een vervaging is ontstaan in het verschil tussen wel- en niet-ambtenaren. Dat betekent, dat de bijzondere status van de ambtenaar eerder aanvaard mag worden aanwezig te zijn dan vroeger, omdat er een zekere gelijkstelling heeft plaats gehad. Het verschil is niet zo groot meer als het vroeger was. Men mag dus vandaag de dag ook eerder aannemen dat er een vol- doende verschil is in de omstandigheden waarin men leeft, om te mogen spreken van de bijzondere status van de ambtenaar. Wordt nu door het plan dat ons is voorgelegd deze bijzondere status aanngetast? Spreker gelooft dat het tegendeel het geval is. Hier is door, spreker mag wel zeg- gen alle ziektekostenverzekeringsmaatschappijen van enige reputatie in den lande een gecombineerde opzet gemaakt. Spreker gelooft dat de histo- rie daarvan, zoals die door de heer Zegwaart is geschetst, wel juist is. Spreker heeft zelf niet aan de wieg van dit alles gestaan. De reden van het vormen van deze combinatie is voornamelijk hierin gelegen, dat op deze manier een landelijk werkend instituut wordt gevormd, waarin voor de verzekeringsmaatschappijen onoverzienbare risico's op de best mogelijke manier worden gespreid. Het is bovendien een regeling die zodanig is, als tot nu toe geen enkele particuliere verzekeringsmaatschappij aan iemand geeft. Deze regeling is ruim van opzet en bevat bovendien de mo- gelijkheid van toetreding voor allen die zich willen melden, Er is geen keuring, geen selectie, dus ook geen mogelijkheid van te worden opgezegd, de factor die men in het verleden zo vaak aan de verzekeringsmaatschap- pijen heeft verweten. Men heeft ook de mogelijkheid om er in te blijven nadat men is gepensioneerd en zij geldt ook voor de weduwe. Dit is uniek in de historie van het particuliere ziekteverzekeringsbedrijf. Niet voor niets is dit uniek, het is immers een regeling speciaal gecreëerd voor de ambtenaren. Het wil spreker voorkomen, dat een dergelijke regeling, spe- ciaal voor de ambtenaren gemaakt, voldoende is om te mogen zeggen dat daarin de speciale status van de ambtenaar op het gebied van zijn verzorging in geval van ziekte, weerspiegeld wordt. De bonden hebben, spreker mag dat niet verhelen, eerder dan de ziektekostenverzekerings- maatschappijen onder ogen gezien, dat hier iets moest worden gedaan. Zij hebben een daad gesteld. Met een groot optimisme is men in Limburg met een regeling begonnen en in andere provincies is dit voor- beeld gevoigd waarin de gemeenten op onderlinge grondslag hun ambtena- ren tegen ziektekosten en ziekenhuisverplegingskosten konden verzekeren. Met de nobelste bedoelingen is hier een regeling op touw gezet waaruit biijkt, dat men voor ogen heeft gehad om onder elkaar een opzet te maken die juist op dit zo gevoelige terrein de speciale status van de ambtenaar waarborgt. Het is dus alleszins begrijpelijk dat het degenen die aan de wieg van die regeling hebben gestaan en die door hun eigen functie hier nauw bij betrokken zijn, aan het hart gaat wanneer aan die regeling wordt getornd. Het is alleszins begrijpelijk dat zij zelfs, door hier en daar verbeteringen aan te brengen, trachten hun regeling ingang te doen vin- den en het is ook begrijpelijk dat zij zich verzetten tegen mogelijkheden die van een andere kant worden geboden. Niettemin gelooft spreker dat men de moed moet kunnen opbrengen, om tegen de eigen aanvankelijke opzet neen te zeggen wanneer blijkt dat van een andere kant een betere regeling wordt geboden die bovendien dezelfde waarborgen voor de spe- ciale status van de ambtenaar biedt als de eigen regeling had. Zelfs (spreker zegt dat enigszins ironisch) als dat betere komt van de parti- culiere verzekeringsmaatschappijen die op winst uit zijn. Winst maken is in ons huidige bestel geen schande. Het is slechts een schande als men een ander het vel over de neus haalt, maar spreker gelooft niet dat dit het kernpunt van het verzet tegen de regeling is. Spreker zei reeds dat men in Limburg met groot optimisme de regeling

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 7