25 mei 1956 157 de begroting de post krijgt „Bijdrage tekort IZA". De gemeente „wordt niet alleen gevormd door de ambtenaren maar daar maken alle inwoners deel van uit. Daardoor ontstaat de onbillijkheid, dat de gehele gemeen- schap bij moet dragen in de tekorten ontstaan door een verkeerde opzet van een onderlinge ziektekostenverzekering voor de ambtenaren. Bij de voorgestelde regeling staat in elk geval vast, dat de man die gewend was zich vrijwillig te verzekeren bij een ziekenfonds, hiermede door kan gaan. Hij hoeft helemaal niet bij die particuliere verzekerings- maatschappijen terecht te komen. Het merkwaardige feit heeft zich voor- gedaan, dat in Haarlem een groot deel van de lager gesalariëerde ambte- naren zich hield aan de vrijwillige ziekenfondsregeling. In de 10 maan- den dat deze regeling in Haarlem geldt, gaan steeds meer van deze men- sen over naar de gemeentelijke regeling, omdat zij van ancjeren horen dat het daar blijkbaar toch wel goed draait. Hieraan zal niet vreemd zijn dat er in die regeling ook voor de laag gesalariëerde ambtenaren voordelen zitten. Ook is het voor de ambtenaren gemakkelijk dat de gemeente de kosten kan voorschieten. Hoe het ook zij men is er in Haarlem blijkbaar mee ingenomen. Spreker kan niet voldoende onderstrepen dat het ziektekostenverzeke- ringsbedrijf een uitermate gespecialiseerd vak is. Hiervoor wordt grote ervaring vereist. De praktijk heeft uitgewezen dat, als men daar niet voldoende verstand van heeft, al spoedig tekorten ontstaan. Nu zegt de heer Zegwaart dat het plan is om te komen tot een onder- iinge compensatieregeling, waardoor dan de tekorten van het ene IZA ge- compenseerd zullen worden door de overschotten van het andere IZA. Als dat tot stand komt dan is dat een verbetering voor de provincie waar de tekorten bestaan. Spreker weet niet of de provincies waar de overschotten bestaan, dit zo leuk zullen vinden. Men wil dus aansturen op een landelijke regeling. Welnu, hoe kan men beter een landelijke regeling krijgen dan bij deze 37 verzekeringsmaatschappijen die zelf al over het gehele land werken! De heer Reijnders: ,,Bij het bureau van deze verzekeringsmaatschap- pijen; niet met die maatschappijen zelf." De heer Mr Zeelenberg vervolgt: Hoe kan men een betere landelijke regeling krijgeen dan door zich aan te sluiten bij het bureau van deze 37 verzekeringsmaatschappijen, waar men ,,so wie so" over het gehele land compenseert. Deze maatschappijen zijn n.l. gewend, de onverwachte stroppen van de ene hoek van het land te compenseren met de overschot- ten van de andere hoek van het land. Maar daar merkt de deelhebber niets van. Hij betaalt mee naar de omstandigheden in zijn gebied. Dit zijn de punten van technische aard die spreker zou willen inbrengen tegen de opzet van het IZA. De heer Zegwaart heeft het advies van het centraal bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegen- heden aangehaald. Spreker kan, met de circulaire waarin dit advies is ver- vat voor zich, dit geen objectief advies vinden. Hierin wordt eigenlijk niet veel anders dan kritiek geleverd op wat spreker zou willen noemen „de andere zijde". Het is niet anders dan een tamelijk afbrekende kritiek. Spreker meent te hebben aangetoond, dat het door de verzekeringsmaat- schappijen in het leven geroepen bureau niet overbodig is en wel degelijk in een behoefte voorziet. Volgens de heer Zegwaart kan de ambtenaren geen groter ramp over- komen dan splitsing in 2 categorieën. Hij zegt dit wel, maar hij bewijst het verder niet, zodat het niet anders is dan een geponeerde stelling die hij niet verder aantoont. Als hij zou zeggen, er kan de ambtenaar geen groter ramp overkomen dan zich in het kader van deze ziektekostenrege- ling te laten splitsen in 2 groepen, nl. één boven en één beneden een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 9