181
28 juni1956
kunnen zijn. Zou men in een dergelijk geval eerst nog een tijdelijke wet-
houder moeten gaan benoemen, waarvoor de raad dan b.v. over 14 dagen
bij elkaar zou komen, dan kan in die tijd de vervanging al niet meer nodig
zijn. Een vaste tijdelijke wethouder^doet enigermate denken aan het buiten-
gewone lid van gedeputeerde staten. Spreker steunt het voorstel van de
voorzitter.
De Voorzitter onderschrijft het gesprokene door de heer van Bruggen.
De wetswijziging van 1931 heeft het juist mogelijk gemaakt dat een vaste
plaatsvervangende wethouder wordt benoemd. In de toelichting op artikel
96 staat: ,,De aan het slot genoemde wetswijziging geeft bevestigende
beantwoording van de vraag, of het vrij staat bij raadsbesluit bij voorbaat
een vaste plaatsvervangende wethouder aan te wijzen". Vroeger was het
een vraag, thans wordt deze vraag bevestigend beantwoord. Spreker wijst
er nog op dat ook Bloemendaal een vaste plaatsvervangende wethouder
heeft aangewezen. Het ligt in de bedoeling dat deze alleen als zodanig
optreedt als zijn aanwezigheid in het college nodig is om besluiten te
kunnen nemen of voor het tekenen van stukken e.d. Hier moet goed onder-
scheid gemaakt worden met hetgeen zo juist is gebeurd. Toen is een
tijdelijke wethouder benoemd die in de plaats treedt van de heer van
Houten. Deze vervanger treedt voor 100 in de rechten en verplichtingen
van een wethouder.
De heer Zegvvaart meent dat vast moet staan dat, indien een wethouder
van een van de andere fracties uitvalt, zoals nu is gebeurd met de heer
van Houten, dan niet bij voorbaat de nu te kiezen vaste plaatsvervangende
wethouder daarvoor in de plaats komt. Spreker zou hierover graag de
mening van de raad vernemen.
De Voorzitter zegt, dat dit absoluut de bedoeling niet is.
De heer Verhoeven stelt het geval dat een wethouder 14 dagen of 3 we-
ken met vakantie is. Daarvoor een speciale tijdelijke wethouder te be-
noemen lijkt hem overbodig. Indien in die tijd echter de besluitvorming
van het college gevaar loopt, kan de vaste plaatsvervangende wethouder
optreden. De raad heeft zich nu uitgesproken dat dit de bedoeling is,
waarom spreker niet gelooft dat het op een andere wijze geïnterpreteerd
kan worden.
De heer Zegwaart merkt op, dat hij alleen maar gevraagd heeft of het
te nemen besluit niet in strijd is met de gemeentewet.
De Voorzitter meent dat de heer Zegwaart daar niet bang voor behoeft
te zijn.
De heer Verhoeven wil als candidaat naar voren brengen de heer ReyîT-
ders, nestor van de raad.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat de heer Reijnders met 15 stemmen
is benoemd tot vaste plaatsvervangend wethouder. 1 stem werd blanco
uitgebracht.
Op de vraag van de Voorzitter antwoordt de heer Reijnders dat hij
onder dankzegging aan de raad voor het in hem gestelde vertrouwen, de
benoeming zeer gaarne aanvaardt.
III. HERZIENING UITBREIDINGSPLAN.
Het ontwerp-besluit ls opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
67. Herzienlng uitbreidingsplan.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.