185
28 juni 1956
De heer van Lent, wethouder, antwoordt, dat de gemeente hier extra
bouwvolume voor krijgt.
De heer Reijnders meent dat burgemeester en wethouders niet juist
handelen door aan 2 mensen die nog moeten trouwen grond te verkopen,
en bouwvolume te geven. Daardoor streven deze mensen al degenen die
al jaren als woningzoekenden staan ingeschreven, voorbij, zulks in strijd
met de daarvoor geldende regels.
De Voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders, omdat zij het
initiatief van deze jonge mensen appreciëren, zich tot gedeputeerde staten
hebben gewend om hiervoor extra bouwvolume te krijgen, hetwelk is toe-
gestaan. Dit gaat dus buiten het verleende bouwvolume om.
De heer van Lent, wethouder, wil er nog op wijzen, dat iedereen die
daarvoor het geld heeft, in de vrije sector een woning kan bouwen. Deze
jongelui die in de bouwvakken werkzaam zijn gaan nu zelf 2 woningen
bouwen. Spreker wilde dat er zo nog 50 waren.
De heer Verspoor wil nog even vaststellen dat dus buiten het bouw-
volume dat verkregen is voor het slopen van de 2 woningen daarboven nog
bouwvolume verkregen is voor het bouwen van 2 woningen.
De Voorzitter wijst er op, dat het in het algemeen zo is, dat voor afge-
broken oude woningen bouwvolume wordt toegekend. Dat wil echter niet
zeggen dat voor élke woning die afgebroken wordt weer bouwvolume
wordt gegeven. Dat hangt af van het bouwvolume dat nog te verdelen is.
De heer Verspoor heeft er dan verder geen bezwaar tegen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
VII. KREDIET TRIBUNES SPORTPARKEN.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
70. Stalen onoverdekte zittribunes sportparken.
De heer Mr. Dr. van Bruggen merkt op, dat een van de belangrijkste
argumenten voor de aanschaffing van stalen tribunes is, dat ze kunnen
worden afgebroken en elders herplaatst. Tegelijkertijd schrijven burgemees-
ter en wethouders in hun voorstel dat in de constructie de mogelijkheid
is opgenomen om onder de tribunes in de toekomst kleedkamers, toiletten
e.d. onder te brengen. Als dat laatste het geval is zal men echter niet
gauw tot afbreken en elders opbouwen overgaan.
Voor zover spreker bekend wordt dit soort tribunes tegenwoordig in
beton uitgevoerd. Spreker vraagt of de mogelijkheid van beton-constructie
hler ook onder ogen is gezien. Dat zal natuurlijk wel meer kosten.
Spreker herinnert zich dat in 1923 in Dordrecht een bepaalde inrichting
van beton is gemaakt. Men plaatste toen voor de inrichting een groot
bord met het volgende opschrift: „Deze inrichting heeft aan de gemeente
Dordrecht 1800.gekost. Stemt dus Zuinig Beheer". Thans staat deze
zaak er nog. Indien dit in staal was uitgevoerd betwijfelt spreker of zij
er nog zou staan. Goedkoop kan wel eens duurkoop zijn. Spreker stelt deze
vragen zonder tot een conclusie te komen.
De heer Ir. Kooijmans heeft geen bezwaar tegen vervanging van deze
vergane houten tribunes door andere, maar bij het lezen van de toelichting
bekroop spreker het onaangename gevoel dat hier toch mogelijk niet vol-
doende aandacht aan het onderhoud is besteed. Wij zijn hier toch niet in
Amerika waar men een Hollandse bezoeker die op een verroeste brug wees
ten antwoord gaf dat men die brug niet onderhield. Als zij op was bouwde