206
26 juli 1956.
kunnen ook de 6 woningen aan de Molenwerfslaan nog niet genouwd wor-
den. Hiermede wordt nog gewacht in de hoop dat binnenkort de curve-
prijs verhoogd zal worden.
Met de toezegging dat burgemeester en wethouders een nota zullen
schrijven en dat eerstdaags een excursie door de raad naar Wateringen
zal worden gemaakt, sluit de voorzitter dit debat.
Brug ingang Groenendaal.
h1eer„Mr- Zeelenberg herinnert er aan, dat enige tijd geleden besloten
îs tot de oouw van een brug bij da ingang van Groenendaal aan de Ritze-
ma Boskade. S'preker vraagt wanneer aan dit werk zal worden begonnen.
De Voorzitter zegt dat deze brug is aanbesteed. Spreker zal de bouw
zoveel mogelijk bespoedigen.
Zandvervoer.
De heer Schesr zegt, dat in verband met het werk aan het station
Heemstede-Aerdenhout veel zandvervoer plaats heeft, dat langs de Laan
van Rozenburg en Zandvoorter-Allee wordt geleid. De bewoners aan de
Laan van Rozenburg ondervinden daar veel hinder van. Naar verluidt
werken de vervoerders onder een premiestelsel. Het gevolg is dat met
deze zware wagens gejakkerd wordt. Het wegdek van de Laan van Ro-
zenburg is niet berekend op dergelijk zwaar vervoer waardoor de huizen
aan die laan, die kort na de eerste wereldoorlog zijn gebouwd zeer te
lijden hebben. Spreker meent dat voor dit soort vervoer de Zandvoortse-
laan de aangewezen weg is. Hij verzoekt burgemeester en wethouders
hierin maatregelen te nemen.
De Voorzitter ziet geen kans hierin op te treden. Maximum snelheid
bestaat niet meer, terwijl men een weg niet voor vrachtvervoer kan af-
sluiten. Ook bewoners van huizen aan andere wegen ondervinden last
van het zandvervoer.
De heer Scheer noemt het troosteloos dat geen maatregelen genomen
kunnen worden.
Toewijzing woningen.
De heer Schecr hebben de laatste tijd minder prettige berichten be-
reikt over het werk van de huisvesting in deze gemeente. Spreker ge-
bruikt uitdrukkelijk het onpersoonlijke woord ,,de huisv'esting" want hij
wil niet zeggen dat dit speciaal aan de commissie of aan burgemeester
en wethouders ligt. In verband daarmede verzoekt spreker een opgave
aan de raad te doen van het aantal vorderingen dat in de jaren 1954,
1955 en het eerste halfjaar 1956 heeft plaats gehad en daarnaast een op-
gave van het aantal gevallen dat door burgemeester en wethouders dwin-
gend is opgetreden bij verkoop van percelen zonder dat tot vordering is
overgegaan.
De Voorzitter wijst er op, dat het verdelen van woonruimte tofc de taak
van burgemeester en wethouders behoort. Spreker heeft er echter geen
bezwaar tegen om de gevraagde inlichtingen te geven. Wel wil spreker
er op wijzen dat het verdelen van de woonruimte voor de desbetreffende
ambtenaren en voor de commissie een uitermate moeilijk werk is.
De heer Scheer begrijpt de moeilijkheden, maar daarom wil hij juist
zoveel mogelijk worden ingeliôfit alvorens hier verder over te spreken.
De Voorzitter zegt dat de eerstgevraagde opgave gemakkelijk te geven
is, maar de tweede zal wel moeilijker zijn. De heer S'cheer bedoelt mis-
schien een opgave van de gevallen dat huurhuizen niet verkocht mogen