26 juli 1956.
activeren vele mensen, maar het ligrt met deze klachten toch niet zo mooi
als men op dit moment zou kunnen denken.
De heer Verhoeiven geiooft dat de heer van Wijk een ander geval op
het oog heeft dan spreker. Daar gaat het niet om. Het gaaü ook niet over
huiseigenaren. S'preker kent meerdere gevalien waarin de gemeente geen
enkele woonruimte kwijt zou raken, die men alleen om een formaliteit
omdat men een andere gemeente geen voordeeltje gunt, in de weg staat!
Die hebben werkelijk wel met menselijkheid te maken.
De Voorzitter merkt op, dat andere gemeenten hetzelfde standpunt
huldigen als Heemstede t'en aanzien van de toewijzing van woningen in-
neemt. Als Heemstede alleen alles zou toegeven dan raakt men hier alle
beschikbare huizen kwijt.
De heer van der Linden zegt, dat men wel zal kunnen aanvoelen dat
dit debat hem een klein beetje raakt. Het is zo, hetgeen de heer van Wijk
reeds heeft gezegd, dat bij de toewijzing van woningen alleen de urgentie
maatgevend moet zijn. Als er voor een bepaalde wonTng meerdere ge-
gadigden zijn, dan zijn er uiteraard altijd teleurgestelden. Daarbij meent
men altijd dat zijn geval het meest urgent is en dan gaat men oordelen
over zaken die men niet in finesses kent
De heer Verhoeven doelt op een bepaald geval. Als het nu zo is dat bij
een aangevraagde woningruil een andere gemeente zich op het standpunt
plaatst dat voor dienstwoningen enz. geen andere woonruimte wordt ge-
geven, dan zou Heemstede, zo'n ruil toestaande, woonruimte verspelen.
Spreker gelooft juisb dat het verstandig is om de zaken bij de verdeling
van woonruimte zo scherp mogelijk te stellen om. daardoor de woon-
ruimte waarop Heemstede op redelijke gronden aanspraak kan maken,
o°k *-e behouden. Dit is bij deze geweldig moeilijke materie ons uitgangs-
Punt. Spreker heeft nog nooit zulk moeilijk werk gehad als dat van de
woonruimteverdeling. Geen enkel geval is hetzelfde. De grote moeilijk-
heid is dat men hier geen woonruimte verdelen kan omdat ze er niet is.
Men moet hier schuiven, wikken en wegen. Spreker wil niet zeggen dat
degenen die hierin een beslissing moeten nemen niet eens falen, maar
daar is het mensenwerk voor. De urgentie van de gevallen is de enig
juiste maatstaf, waarbij men echter over de mate van de urgentie van
mening kan verschillen. AIs hier binnenkort nog een debat over gehou-
den zal worden dan zal spreker zich er op prepareren. Een buitenstaan-
der kan echter bij benadering niet beoordelen hoe moeilijk <Tit werk is.
De Voorzitter sluit het debat over dit punt.
Toezicht op rusthuizen.
De heer Ir. Kooijmans zegt, dat enige maanden geleden in de raad
klachten zijn geuit over minder goede toestanden in bepaalde tehuizen
voor ouden van dagen. Hieraan is in den lande nogal publicfteit gegeven.
Een en ander heeft bij een aantal exploitanten van bona fide rusthuizen
in Heemstede verstoordheid gewekt. Daarna zijn bepaalde maatregelen
genomen. Zo heeft de wethouder van de volksgezondheid de commissie
v°or de volksgezondheid bij elkaar geroepen, welke commissie praktisch
alle tehuizen in Heemstede heeft bezocht. Nu ontbreekt er echter nog
een slotstuk aan dit onderzoek. Door de ziekte van de heer van Houten
blijft deze zaak echter rusten. Spreker vraagt of reeds thans een voor-
lopige uitspraak kan worden gedaan waardoor de exploitanten van goede
rusthuizen gerustgesteld kunnen worden en tevens maatregelen kunnen
worden genomen ten aanzien van de exploitanten van minder geschikte
tehuizen.
Mevr. van Nispen, wethouder, antwoordt, dat de commissie voor de