3e Afd. 27 september 1956 96
SCHOOLGELDEN KLEUTERONDERWIJS.
Aan de Raad.
De schoolgelden voor het openbare kleuteronderwijs werden tot en met
1955 geheven krachtens de verordening op de heffing en invordering van
schoolgeld voor het voorbereidend lager onderwijs, vastgesteld door Uw
Vergadering op 28 juni 1946, nr. 19. In deze verordening is het inkomen
de maatstaf voor de schoolgeldbepaling.
Nu evenwel met ingang van 1956 de kleuteronderwijswet in werking
is getreden en krachtens artikel 49 dier wet bij Koninklijk besluit van
12 juni 1956 Stbl. no. 324 het schoolgeld is vastgesteld op 12,— per leerling
en per jaar, is bovengenoemde verordening van rechtswege vervallen.
Echter voor de verdere bepalingen met betrekking tot de heffing en
invordering van het schoolgeld volgens deze nieuwe regeling dient een
nieuwe verordening te worden vastgesteld.
Hoewel het wellicht niet noodzakelijk is de bepalingen van bovenver-
meld Koninklijk besluit en van de beschikking van de Minister van Onder-
wijs, Kunsten en Wetenschappen van 11 juli 1956 in deze verordening te
verwerken, zijn deze er voor de overzichtelijkheid toch in opgenomen.
Wij stellen U voor het bijgaande ontwerp-besluit vast te stellen.
Durgemeester en wethouders van Heemstede,
Heemstede, 12 september 1956
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. Schelling.