239
27 september 1956
De heer Zegwaart meent dat uit het oog wordt verloren dat de ge-
meente is aangesloten bij het Centraal orgaan. Het Centraal orgaan heeft
geadviseerd om de uitkering toe te kennen vanaf 1 juli. Hoewel de raad
niet verplicht is om dit advies op te voigen, vindt spreker het toch een
beetje zwakjes als dit in zo'n belangrijke zaak zou worden nagelaten.
De heer van Wijk kan de autonomie nu wel wegwuiven, maar het blijft
een feit, dat de raad zijn eigen autonomie min of meer aantast als in
dit gevâl de regering zou worden gevolgd terwijl het Centraal orgaan
zware motieven heeft om dat niet te doen.
De sprekers die menen dat de vakantiegratificatie rustig bij het loon
kan worden geteld, wil spreker wijzen op een beschikking van het col-
lege van rijksbemiddelaars van 19 maart waarin wordt gesteld:
a. toestemming om een loonsverhoging te geven van 36% en
b. in de sector van de secundaire arbeidsvoorwaarden nog eens extra 3%.
Dat geldt zowel voor het particuliere bedrijf als voor het overheids-
personeei.
Spreker heeft waardering voor de toezegging van het college om de
laatste alinea van het voorstel te schrappen.
De heer Ir. Kooijmans zegt, dat het mogelijk is dat dit raadsbesluit
niet wordt goedgekeurd. Indien directe uitbetaling plaats vindt vanaf
1 juli dan betekent dit, dat de uitkering gedeeltelijk moet worden terug-
gevorderd. Mogelijk is het omstreden bedrag als gratificatie te geven maar
ook dit kan van hogerhand niet worden aanvaard. Het is ook mogelijk het
gemeente-personeel te zeggen dat uitkering vanaf 1 juli zal worden ge-
daan als deze wordt goedgekeurd. Wat is de bedoeling van het college?
De heer Mr. Dr. van Bruggen merkt op, dat, wanneer het te nemen be-
sluit door het hoger gezag niet zou worden goedgekeurd, dit uiteindeiijk
zai moeten leiden tot een zekere mate van terugvordering. En nu is het
juist zo wonderbaarlijk dat het Ambtenarengerecht blijkens de jurispru-
dentie het standpunt inneemt dat eenmaal uitbetaalde gelden niet kunnen
worden teruggevorderd. Spreker maakt zich op dit punt niet ongerust.
De heer Zegwaart wijst er op, dat ook het coilege zich niet ongerust
behoeft te maken. Spreker aanvaardt deze verantwoordelijkheid ten volle.
De heer Mr. van Wijk, wethouder, wil, naar aanleiding van het gespro-
kene door de heer Zegwaart, er op wijzen, dat het natuurlijk niet zo is
dat we worden geregeerd door adviezen. Hoe grote waarde adviezen ook
hebben, ja al zou een gegeven advies ons op een gegeven ogenblik meer
aanspreken dan de daarop gevolgde beslissing toch staat men voor een
zelfstandige beslissing. Daarmede wordt de autonomie niet weggewuifd.
Men kan autonoom beslissen om in het gareel te lopen zowel als men
autonoom kan beslissen om iets naast zich neer te leggen.
Spreker is dankbaar voor de geruststellende woorden die van deskundige
zijde zijn gesproken i.z. de persoonlijke aansprakelijkheid. Spreker heeft
gemeend een en ander de raad niet te moeten onthouden opdat hij zou
weten dat dit het gevolg zou kunnen zijn.
Het is niet de bedoeling deze uitkering in de vorm van een gratificatie
te gieten. Als het verkeerd is dan maar recht aan recht toe verkeerd
en als het goed is dan ook maar recht aan recht toe het beestje bij de
naam genoemd. Het college heeft er dus bëwust van afgezien om dit in
de gratificatievorm te gieten.
De heer Ir. Kooijmans vraagt, wat het gevolg is als dit raadsbesluit
niet wordt goedgekeurd.