105 4e Afd. 25 oktober 1956. GEMEENSCHAPPELIJKE KEGELING VOLKSKKEDIETBANK. Aan de Raad, De bij raadsbesluit van de verschiliende bij de Volkskredietbank van Haarlem en omliggende gemeenten aangesloten gemeenten in 1950 vast- gestelde gemeenschappelijke regeling heeft niet de vereiste goedkeuring gekregen van Gedeputerd Staten van Noordholland. Toen, naar aanleiding van de door Gedeputeerde Staten gemaakte op- merkingen, de vastgestelde regeling diende te worden gewijzigd, is over- wogen of niet ook op andere punten wijziging van de bepalingen wense- lijk was. Dienaangaande werd door het gemeentebestuur van Haarlem de Raad van Bestuur der Volkskredietbank gehoord. Aan de hand van het ter zake uitgebrachte advies en van de opmer- kingen van Gedeputeerde Staten, hebben wij ons, na tijdrovende onder- handelingen met Haarlem en de andere deelnemende gemeenten, uitein- delijk kunnen verenigen met het thans door het gemeentebestuur van Haarlem vastgestelde nieuwe ontwerp. Uit het bijgaande ontwerp-besluit blijkt, dat in de vaststelling van de nieuwe regeling, behalve de in de regeling van 1950 genoemde gemeenten, thans ook werden betrokken de gemeenten Haarlemmermeer, Hillegom en Bennebroek. De voornaamste wijziging betreft artikel 13. Volgens de regeling van 1950 werd het verlies gedekt door bijdragen van de deelnemende gemeen- ten naar verhouding van het bedrag van de aan inwoners van elk van die gemeenten in het jaar, waarop het verlies betrekking had, verleende kredieten. Deze verdeling van het nadelig saldo werd niet geheel juist geacht, omdat niet alleen de mate waarin van de diensten van de bank gebruik gemaakt wordt bepalend moet zijn, maar ook dat de omstandigheid, dat een gemeente kan beschikken over een apparaat voor de kredietverlening, een financiële verplichting schept. De thans in artikel 13 neergelegde regeling voorziet hierin, door als uit- gangspunt te kiezen de kosten van een (theoretisch) minimum-apparaat, welke gesteld zijn op f 15.000,Een bedrag van f 15.000,van het na- delig saldo wordt daarom verdeeld naar verhouding van de aantallen in- woners van de aangesloten gemeenten en het resterende gedeelte van het nadelig saldo op de wijze zoals de verdeling thans geschiedt. Een andere belangrijke wijziging is de bepaling dat de begroting en de rekening voortaan in een openbare vergadering van de Raad van Bestuur voorlopig worden vastgesteld (art. 14). Onder mededeling dat de dagelijkse besturen van alle deelnemende ge- meenten zich met het gewijzigde ontwerp hebben kunnen verenigen, stellen wij U voor bijgaand ontwerp-besluit te bekrachtigen. Heemstede, 17 oktober 1956. Burgemeester en wethouders van Heemstede, A. G. A. van Rappard. De secretaris, T. M. Schelling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 3