117
4e afd.
25 oktober 1956.
zich verschaffen door middel van een lening.
De stichting begroot voorts het jaarlijkse tekort op de exploitatie van
het sportpark op 6.000,
Zij verzoekt van de gemeente medewerking in dier voege, dat de ge-
meente aan de stichting, op basis van de algemeen geldende rentevoet,
een lening verstrekt van f 100.000,dan wel dat de gemeente zich garant
stelt voor de rente en aflossing van een door de stichting af te sluiten
lening van f 100.000,
Daarenboven verzoekt de stichting in het genot te worden gesteld van
een gemeentelijke jaarlijkse subsidie van f 5000,ter bestrijding van het
begrote jaarlijkse tekort öp de exploitatie van het sportpark.
Wij hebben ons over deze verzoeken beraden en daarbij overwogen, dat
de vereniging H.B.C. de sportbeoefening van een belangrijk gedeelte van
de bevolking bevordert en met name de lichamelijke ontwikkeling van de
jeugd stimuleert. Uit dien hoofde zijn wij van oordeel, dat financiële hulp
van de gemeente gerechtvaardigd is.
Wij achten het evenwel een vereiste om, met betrekking tot eventuele
financiële steun, de Stichting en de vereniging H.B.C. gescheiden te hou-
den. Immers zou, indien aan de stichting een jaarlijks subsidie ter be-
strijding van haar exploitatietekort zou gegeven worden, de vereniging
H.B.C., indien bijvoorbeeld het le elftal van haar afdeling voetbal in de
le klasse van de K.N.V.B. zou komen te spelen, zich zeer wel zelfstandig
kunnen bedruipen, maar zou desondanks de stichting noodlijdend kunnen
blijven doordat geen hogere huren voor terreinen en accomodatie door
de vereniging betaald zouden worden.
Wij stellen U daarom voor in principe te besluiten onder nader te stellen
voorwaarden de rente en aflossing van een door de stichting bij derden
af te sluiten geldlening groot f 100.000,te garanderen. Een definitief
besluit te dezer zake zal eerst kunnen worden genomen wanneer bekend
is met wie en onder welke voorwaarden een zodanige geldlening afge-
sloten zal kunnen worden. Aan deze vorm geven wij om psychologische
redenen de voorkeur boven het verstrekken van een geldlening recht-
streeks door de gemeente.
Wij achten het echter nodig dat van de zijde van de Stichting aan de
gemeente voldoende zakelijke zekerheid wordt verschaft tegenover het
garanderen door de gemeente van de af te sluiten geldlening.
Onze gedachten gingen er, bij de overweging van dit punt, naar uit,
dat de S'tichting van de eigenaar van de grond, voor het afsluiten der
lening, gedurende de looptijd daarvan, het erfpachtrecht op de grond
waarop de speelvelden met de opstallen zijn gelegen, verkrijgt en dat de
Stichting aan de gemeente het recht verleent om gedurende de looptijd
der lening en de duur van het erfpachtsrecht, bij niet nakoming van haar
verplichting tot het tijdig betalen van rente en aflossing der lening, het
erfpachtrecht te naasten. Bovendien zal de Stichting aan de gemeente
hypotheek op de opstallen dienen te verlenen.
Indien deze vorm onverhoopt niet voor uitvoering in aanmerking kan
komen, zal de Stichting op andere wijze voor zakelijke zekerheid moeten
zorgen. Hieromtrent wordt nog met het bestuur overleg gepleegd. Bij het
doen van een definitief voorstel komen wij dus hierop nog nader terug.
Bij het verlenen van garantie zullen o.i. verder enkele algemene voor-
waarden dienen te worden gesteld, zoals:
le. dat de voorwaarden van de geldlening in overeenstemming zijn met
de door de regering voor de gemeenten vastgestelde voorschriften;
2e. dat jaarlijks een exploitatierekening en een balans aan ons worden
overgelegd;
3e. dat desgevraagd aan de door de gemeente aan te wijzen personen
inzage van de financiële boeken en bescheiden wordt verleend;