i
118
25 oktober 1956.
wij niet zonder meer het bezwaar terzijde te kunnen stellen, dat het aeste-
tisch aanzien van de Binnenweg, door de aanleg van parkeerhavens juist
op deze hoogte, geschaad zou worden. Natuurlijk achten ook wij de veilig-
heid van het verkeer primair, maar wanneer deze op enige andere wijze
bevorderd kan worden, dan geven wij daaraan de voorkeur.
Het is mogelijk gebleken om op het brede trottoir aan de oostzijde van
de Binnenweg, zuidelijk van de Julianalaan een parkeergelegenheid te
doen inrichten. Een opdracht daartoe hebben wij kortelings verstrekt.
Deze parkeerruimte zal plaats bieden aan 14 auto's. Indien de verkeers-
maatregelen, zoals zij thans van kracht zijn voor de Binnenweg, in acht
genomen worden, zodat dus aan de oostzijde geen auto's stoppen en het
parkeren aan de westzijde beperkt blijft tot 15 minuten, dan menen wij dat,
wanneer men ook nog de gelegenheid heeft auto's te parkeren niet alleen
in de zijstraten maar ook op de reeds bestaande en de nog te maken
parkeerruimte op de Binnenweg zelf, de veiligheid van het verkeer op die
weg voorshands in voldoende mate gewaarborgd is.
Men dient daarbij in het oog te houden, dat het, sedert de opheffing
van de mogelijkheid tot het voorschrijven van maximum snelheden bin-
nen de bebouwde kommen, uitermate moeilijk is om vast te stellen of
bepaalde weggebruikers op onverantwoordelijke wijze rijden. De weder-
invoering van de maximum snelheid, die naar wij menen te weten, van
Rijkswege in voorbereiding is, zal in de toekomst de gelegenheid bieden
om aan te grote snelheden paal en perk te stellen. De automobilist en
de motorrijder, alsmede de jongste gemotoriseerde weggebruiker, te weten
de bromfietser, moet zich realiseren dat men zich in de Raadhuisstraat en
de Binnenweg in winkelstraten bevindt en niet op wegen voor doorgaand
snelverkeer. Indien dat hen, die dat uit eigen waarneming blijkbaar niet
kunnen inzien, aan de hand van de wet kan worden duidelijk gemaakt,
zal de veiligheid van het verkeer op de Binnenweg daar stellig bij winnen.
Met het vorenstaande menen wij te hebben voldaan aan de toezegging
°m U te rapporteren omtrent het parkeren gedurende de nachtelijke uren
op openbare wegen en de verkeersmaatregelen welke in het algemeen en
in het bijzonder met betrekking tot het verkeer over de Binnenweg ge-
troffen en nodig zijn.
Heemstede, 17 oktober 1956.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. Schelling.
Behoort bij de notulen) van de vergadering van de Raad van 25 oktober
1956.
De seeretaris,
De voorzitter,