251
25 oktober 1956.
Er is echter één factor die door de wethouder niet genoemd is n 1 de
goodwill die door de exploitatie is ontstaan. Er mag niet zomaar' gezegd
worden dat anderen veel meer willen betalen. Dat zal ongetwijfeld wel
v?eîii5eV5 Zljn' T8"3'1" daar gaat het niet om- De tegenwoordige pachters
hebben deze zaak echter opgebouwd. Als argumenten voor verhoging van
de pacht noemen burgemeesters en wethouders dat Groenendaal zoveel
fraaier îs geworden en dat de pachters nu meer verdienen. Men vergeet
daaibij echter dat dat meer verdienen mede een gevolg is van het werk
van de pachters. Deze factor zou spreker er weer graag inbrengen.
Spreker ziet geen enkel bezwaar om de pacht voor een langere periode
5 •laar aan te gaan. Men kent deze exploitanten nu lang genoe°- en
men weet wat zij waard zijn,
Spreker vraagt of het geraamde bedrag van 45.000,— voor verbou-
wmg ook met voor een deel onderhoud is. Moeten deze pachters nu ook
betalen voor onderhoud dat al lang gedaan had moeten zijn?
De heer Verspoor onderschrijft het gesprokene door de heer Kooijmans.
Spreker zou gaarne zien dat burgemeester en wethouders alle daar-
voor in aanmerkmg komende zaken in de betreffende raadscommissies in
behandeling brengen. Als raadslid krijgt men het minder prettige gevoel
dat men er zo'n beetje bijloopt. Spreker meent dat er wel meerdere leden
zijn die met deze gang van zaken niet tevreden zijn.
De heer Zegvvaart wil de vraag van de heer Dijkstra over het geven van
optiejaren nog eens ernstig onder de aandacht van het college brengen. In
verband met de uitbreiding van het verversingshuis zullen bepaalde in-
vestermgen moeten plaats vinden. Het is inderdaad de vraag of deze in
5 jaar kunnen worden afgeschreven.
De heer Mr van Wijk, wethouder, meent dat de heer Reijnders een
rekcnfout heeft gemaakt. De pacht van voor de oorlog was f 3000,
Uitgaande van die prijs plus huurverhogingen komt hij niet aan 9000
Dat komt. hiJ alleen wanneer hij van de eerste pachtverhoging v'an
na de oorlog uitgaat. Deze had echter met huurverhoging niets te maken
maar werd eenvoudig als pacht beschouwd.
Dat dit voorstel niet in de commissies is behandeld zal wellicht ook
hiermede verband houden, dat, juist om de juridische kant van de zaak
deze zaak behandeld is door een lid van het college dat niet direct te ma-
ken had met de commissies die menen zich te kunnen beklagen. De heer
Van Lent die anders een deel van deze zaak behandeld zou hebben, zou
deze zaak zeker wel in de commissie hebben gebracht en zal dit alsnog
d°en wanneer de definitieve plannen aan de orde komen. Het college heeft
geenszins het gevoel, dat de raad met de rol van bijloper genoegen zou
nemen. Spreker kan de raad verzekeren, dat het oordeel van de raad bii
nemen van beslissingen door het college, altijd in prognose te voren
wordt vastgesteld, waarbij wordt overwogen of men met dit of dat wel
genoegen zal nemen.
Ten aanzien van de opmerking van de heer Kooijmans over de door de
pachters gekweekte goodwill, merkt spreker op, dat het college zo heeft
geredeneerd, dat de goodwill, voor zover door de pachters gekweekt
niet mag worden aangevat als reden voor verhoging van de pacht. Maar
laat men nu eens aannemen dat daar vroeger nog nooit een restaurant
geexploiteerd was, waarbij men dus niets te maken heeft met goodwill
ontstaan uit vroegere exploitatie, en het restaurant er uit ziet als het
thans bestaande gebouw, dan is spreker er van overtuigd, dat door me-
nigeen een pacht van 9000,en meer geboden zou worden Er zit dus
m deze prachtprijs geen factor goodwill. Het college heeft de beslissing
genomen op basis van 9000,als pachtwaarde voor een beginnend
exploitant.
Het gevraagde krediet van 45.000— voor verbouwing van het ver-