25 oktober 1956.
254
worden betrokken. Blijkt dat een culturele vereniging een tekort heeft,
dan gelooft spreker niet dat het gemeentebestuur een subsidie zal weige-
ren. Men heeft dan in elk geval de zekerheid dat er niet te veel subsidie
gegeven wordt.
In de financiële commissie is ook de kwestie van het verlenen van vol-
doende zakelijke, zekerheid door de Stichting besproken. Spreker dringt
er op aan dat hiervoor een oplossing wordt gevonden.
In antwoord op het gesprokene door de heer Ir. Kooijmans zegt de
Voor/.ittcr dat H.B.C. haar eigen terreinen met accomodatie wil hebben.
De gemeentelijke terreinen aan de Meerweg kunnen o.a. t.z.t. worden be-
speeld door de verenigingen die door de aanleg van een parkeerterrein
voor de Linnaeushof zonder terrein zijn geraakt.
De heer Van Houten, wethouder, zegt, dat het hier een tweeledig ver-
zoek betreft, n.l. een verzoek om een lening te garanderen en een verzoek
om subsidie.
De Stichting, die nog in oprichting is, is van plan een bedrag van
f 100.000,te lenen. Het gemeentebestuur is bereid om de betaling van
rente en aflossing van die lening te garanderen op nader te stellen voor-
waarden. Ter meerdere zekerheid hebben burgemeester en wethouders
gevraagd dat de Stichting zal pogen van de eigenaar van de grond het
erfpachtsrecht op de grond waarop de speelvelden met de opstallen zijn
gelegen, te krijgen, waarna de Stichting aan de gemeente het recht zou
verlenen om het erfpachtsrecht in bepaalde omstandigheden te naasten.
Bij besprekingen met het stichtingsbestuur is echter gebleken, dat het
verkrijgen van het erfpachtsrecht op zeer grote bezwaren stuit. Niettemin
moet de gemeente de nodige zekerheid hebben dat de rente en aflossing
op tijd betaald worden. Het stichtingsbestuur is bereid een andere vorm
van zekerheid te zoeken. Eerst als het stichtingsbestuur de nodige zeker-
heid weet te verschaffen, komt de vraag aan de orde of de gemeente
voor die lening garant zal zijn. Het thans te nemen besluit betreft alleen
een principiële bereidverklaring.
Ten aanzien van het verlenen van subsidie, merkt spreker op, dat een
eventuele subsidie verstrekt zal worden aan H.B.C. en niet aan de stich-
ting. Het gevraagde bedrag van f 5000,— gaat ver uit boven iedere an-
dere subsidie die aan jeugdverenigingen wordt gegeven. Dit is op zichzelf
een punt waar het college eens over moet denken. Het is helemaal niet
zeker dat ieder jaar gesubsidieerd moet worden. Dat hangt af van de
exploitatierekening die wordt overgelegd. Hierbij speelt ook het algemeen
subsidiebeleid een rol. Zoals in het voorstel van burgemeester en wethou-
ders reeds is betoogd, is het zeer wel mogelijk dat het le elftal van de
afdeling voetbal in de le klasse van de K.N.V.B. zou komen te spelen. De
wedstrijden zullen daardoor attractiever worden. H.B.C. zal dan in staat
zijn om meer terreinhuur te betalen aan de stichting. Vandaar dat bur-
gemeester en wethouders er op staan en het voorlopig stichtingsbestuur
is daarmede akkoord gegaan dat het gemeentebestuur jaarlijks inzage
moet krijgen van de boeken van H.B.C. en van de Stichting. Aan de
hand daarvan kan worden nagegaan hoe het verband tussen beide is en
of er inderdaad aanleiding is voor het geven van subsidie en tot welk
bedrag.
Spreker wil er ten slotte nog op wijzen, dat de heren van het stichtings-
bestuur over de houding van het gemeentebestuur ten zeerste verheugd
waren.
De heer Drs. Weijers merkt op, dat het voorstel van het college inder-
daad iets geweldigs lijkt, maar als de zaken bij H.B.C. goed gaan draagt
de gemeente niets bij, ook in subsidie niet. H.B.C. kan van de 500 jonge
leden niet tot een onbeperkt bedrag contributie heffen. Wat H.B.C. nu
gaat ondernemen legt op het bestuur een geweldige verantwoordelijkheid