255
25 oktober 1956.
waarbij het niet de zekerheid heeft dat het over f 5000,van de gemeente
zal kunnen beschikken.
De heer Van Houten, wethouder, antwoordt, dat de Stichting nog moet
worden opgericht. Uit de over te leggen exploitatie-rekening zal blijken
wat H.B.C. nodig heeft. Dat hoeft niet bij de aanstaande begroting te
worden bekeken. Hiervoor kan ook tussentijds een voorstel worden ge-
daan. Het college kan echter niet van te voren, op betrekkelijk weinig ge-
gevens, een voorstel doen om te subsidiëren.
De heer Drs. Wijers gelooft niet dat de heer Reijnders bevreesd behoeft
te zijn dat er overschotten zullen zijn bij H.B.C.
De heer Zegwaart is buitengewoon erkentelijk voor dit voorstel. Spre-
ker heeft het volste vertrouwen dat, nu burgemeester en wethouders a
gezegd hebben, zij, indien het nodig is, ook b zullen zeggen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
XVI. NOTA OVER HET PARKEREN VAN AUTO'S OP DE
OPENBARE WEG EN OVER VERKEERSREGELING
IN HET ALGEMEEN.
De nota is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
118. Parkeren van auto's op de openbare weg en verkeersregeling
in het algemeen.
De heer Ir. Kooijmans heeft met belangstelling van deze nota kennis
genomen. Het feit dat er 231 auto's 's nachts buiten staan, zou aanleiding
kunnen geven tot de conclusie dat er te weinig garageruimte is. Nu moet
dit getal met enig onderseheid bekeken worden, want verschillende onder
dit getal begrepen autobezitters hebben wel garageruimte, maar nemen
vooral 's zomers de moeite niet om hun auto naar een garage te brengen
omdat zij dan misschien 15 minuten moeten lopen of fietsen. Een ander
gedeelte heeft geen garageruimte omdat de kosten daarvan te hoog zijn,
waardoor het nooit aan een garageruimte zal toekomen.
Spreker gelooft niet dat het juist is om op het trottoir aan de Binnen-
weg/Julianalaan parkeerruimte te scheppen. In het voorstel komt 'tot
uiting, dat de zijstraten van de Binnenweg gelegenheid bieden tot het par-
keren van auto's. In de Julianalaan worden echter bijzonder weinig auto's
geparkeerd. Wanneer men daar nu gelegenheid heeft om auto's neer te
zetten, dan maakt het weinig uit of een auto dââr wordt gezet of op de
hoek van die laan. Het maken van parkeerruimte op dit punt komt spreker
dan ook overbodig voor. Mogelijk kan er wel wat gedaan worden aan het
maken van een betere stopplaats voor de autobus.
De heer Verspoor gelooft dat, ondanks dat er thans voldoende plaats is
voor het parkeren van auto's in de zijwegen van de Binnenweg, de toe-
name van het aantal auto's zodanig is, dat de hoek Binnenweg/Julianalaan
toch binnenkort voor het parkeren van auto's benut zal moeten worden.
Spreker wijst er op, dat speciaal de Spaarnzichtlaan en Landzichtlaan der-
mate smal zijn, dat, als er aan weerskanten auto's geparkeerd staan, het
voor een autorijder ontzaglijk moeilijk is om daar doorheen te kruisen.
Spreker acht het daarom wenselijk voor die lanen een eenzijdig parkeer-
verbod af te kondigen. Zij die daarvan de dupe worden moeten dan maar
parkeren op de ruimte die het college nu geprojecteerd heeft en in de
Julianalaan.
Spreker vestigt voorts de aandacht op een verkeersbord staande opzij
van het plantsoen in het Adriaan van Ostadeplein. Dit brengt de auto-
mobilisten in de war bij het inrijden van de Jan van Goijenstraat.