25 oktober 1956.
262
staat trouwens aan het oordeel van de raad. Nochtans heeft spreker de in-
specteur er van in kennis gesteld dat dit voorstel in de a.s. raadsvergade-
ring zou worden gedaan. De inspecteur antwoordde toen, dat hij daar
niets mee te maken had.
De heer Mr. Zeelenberg: „Toen had hij dus kunnen zeggen: begint er
niet aan, want ik kets het af."
Mevr. Van der Meulen is het niet met de heer van Bruggen eens dat de
toestand in oorlogstijd met de huidige tijd vergeleken kan worden. We
leven nu toch wel in normalere tijden.
Het lokaal waarin de kinderen vertoeven en de wijze waarop men les
kan geven, zijn, uit onderwijskundig oogpunt beschouwd, van groot be-
lang. De eisen die aan de omgeving, waarin het onderwijs wordt gegeven,
moeten worden gesteld, dienen zo gunstig mogelijk te zijn.
Burgemeester en wethouders willen nu vasthouden aan een plan tot het
bouwen van een permanente kleuterschool. Als spreekster stelt dat voor
het passeren van de verschillende instanties voor dit bouwplan minstens
een jaar moet worden gerekend, waarna de school dan nog gebouwd moet
worden, dan is er minstens een periode van 3 jaar mede gemoeid, voordat
de toestand in de Voorwegschool verbeterd kan worden. Dit is toch wel
iets waarmede de raad niet akkoord zou kunnen gaan. Spreekster is van
mening dat men de energie en de tijd die aan dit ongunstige plan is be-
steed, beter had kunnen aanwenden om de toestemming voor het bou-
wen van een semi-permanente kleuterschool te krijgen. Dan had men er
nu heel anders voorgestaan.
Natuurlijk is ook de P.v.d.A. verheugd, dat er boventallige onderwijzers
komen. Het gaat echter niet aan om één school in een zeer ongunstige
positie te laten verkeren ten einde andere scholen zo snel mogelijk te kun-
nen helpen. De bouw van een semi-permanente kleuterschool kan in veel
korter tijd dan 3 jaar worden gerealiseerd. Spreekster wijst daarvoor op
de gemeenten Haarlemmermeer en Uithoorn. Indien dan ook een goede
oplossing voor de Voorwegschool gevonden kan worden, die misschien 1,
hoogstens 2 maanden langer uitstel vergt dan de oplossing die thans aan
de hand gedaan wordt, maar die volgens spreekster geen oplossing kan
zijn, dan gelooft spreekster dat daaraan de voorkeur moet worden ge-
geven. Spreekster is er van overtuigd, dat de inspecteur van het onderwijs
aan het voorliggende plan zijn medewerking niet zal geven.
De heer Mr. Dr. van Bruggen is van mening dat de stelling dat we nu
een normale tijd beleven, volkomen buiten de werkelijkheid staat. Ook het
aanvragen van noodlokalen en semi-permanente scholen is een kwestie
van wachtlijsten. Men moet deze zaak zien in verband met de woning-
bouw. Moet woningbouw voorgaan dan zijn er minder materialen be-
schikbaar voor het bouwen van scholen. Woningvoorziening en school-
lokalenvoorziening liggen in hetzelfde vlak. Spreker is van mening, dat
men moet roeien met de riemen die men heeft. Wel vraagt spreker van
het college de meest mogelijke diligentie om deze ook door spreker zeer
ongewenste toestand zo kort mogelijk te doen duren.
De heer Drs. Weijers acht het het belangrijkste dat de benoeming van
de boventallige onderwijzers geëffectueerd kan worden.
Spreker vraagt waarom, toen het eerste plan voor de bouw van een
kleuterschool aan de Voorweg was afgekeurd, men niet spoedig een ander
plan heeft gemaakt. Was dit gebeurd, dan had men nu niet met de
moeilijkheden gezeten.
De heer Keijnders gelooft dat de afkeuring van de kleuterschool door de
inspectrice van het kleuteronderwijs alleen de plaats betrof. Spreker is van