263
25 oktober 1956.
mening dat, nu een andere plaats beschikbaar is, het plan wel goedge-
keurd zal worden.
De heer Scheer kan zich op dit moment niet met het voorstel van bur-
gemeester en wethouders verenigen. Hij zou graag zien, dat burgemeester
en wethouders dit voorstel aanhielden tot de volgende vergadering. Dan
kan n.l. de zaak beter bekeken worden omdat dan de adviezen van de
3 betrokken inspecties wel bekend zullen zijn.
De heer Zegwaart zegt, dat als de R.K. fractie het voorstel van burge-
meester en wethouders steunt, dit niet is, omdat zij niet alles in het werk
zou willen stellen om ook het openbaar onderwijs zoveel mogelijk te
helpen. Gelukkig heeft de raad altijd, zowel voor de belangen van het
openbaar- als voor die van het bijzonder onderwijs, een open oog gehad.
Het is spreker opgevallen, dat zowel mevr. v. d. Meulen als de heer
Scheer geen andere oplossing aan de hand hebben gedaan. Spreker is het
met de heer van Bruggen eens dat op het ogenblik het onderwijs voorrang
moet hebben. Gezien de noodtoestand die er op dit gebied heerst, is spre-
ker van mening, dat het voorstel van burgemeester en wethouders door de
raad zal moeten worden aanvaard. Temeer omdat, als de raad dit voorstel
zou verwerpen, aan andere scholen, die wel gelegenheid hebben om klasse-
ruimte te maken, belet wordt om de regeling van de boventallige onder-
wijzers te realiseren.
Een voorstel om de Voorwegschool te slopen zou spreker nog liever zijn
geweest, omdat, or.danks alle verbeteringen die er in de loop der jaren aan
zijn aangebracht, het geen ideale school is.
De heer Mr. Zeelenberg meent, dat opgepast moet worden dat hier niet
het betere de vijand wordt van het goede. Wanneer de raad nu maar de
overtuiging heeft dat burgemeester en wethouders alles zullen doen om de
kleuters uit de Voorwegschool te halen, dan is spreker van oordeel dat
dit voorstel moet worden aangenomen. Dit kleine verbouwinkje, dat niet
zo'n groot bedrag vergt, kan, wat hem betreft, zo gauw mogelijk voor
niets zijn geweest.
De heer Drs. Weijers weet uit ondervinding, dat de kwaliteit van het
onderwijs in een klein lokaal met weinig leerlingen een stuk beter is dan
die van het onderwijs in een mooi groot lokaal met te veel leerlingen.
Spreker meent dat het in het belang van het onderwijs is als het voor-
stel van burgemeester en wethouders wordt aanvaard, als zijnde het beste
dat er op het ogenblik te krijgen is.
De heer Verspoor vraagt of de heer Weijers zich wel heeft gerealiseerd
dat de dokterskamer een lange pijpenla is, 3.50 x 6.50 m., die alleen maar
aan de achterkant een lichtval heeft. Praktisch zitten de kinderen de, hele
dag zonder daglicht. Vooral degenen die vooraan zitten, krijgen het licht
op de rug. De lichtval moet echter van links komen.
De heer Drs. Weijers zegt, al 20 jaar met succes in een dergelijk lokaal
te werken.
De Voorzitter zegt, dat de mening van mevr. van der Meulen, dat bur-
gemeester en wethouders geen tijdelijke noodlokalen wensen, niet helemaal
juist is. Burgemeester en wethouders hebben zich ernstig beraden welke
weg het eollege in deze moest inslaan, dus hetzij alles te zetten op de bouw
van een noodschool of een definitieve school. Gezien het stadium van voor-
bereiding waarin een en ander verkeert en gezien het feit dat de bouw van
een kleuterschool door de overbevolking van de Voorwegschool urgent
wordt, leeft de gerede hoop bij het college, dat de definitieve kleuterschool
er weldra zal komen.
Spreker wijst er nog op, dat de gemeente voor de klas van 53 leerlin-
gen van de Voorwegschool, op grond van art. 56, 2e lid der l.o. wet, een