245
25 oktober 1956.
109b Douchegelegenheid in woningwetwoningen
„de Haemstede".
109c Douchegelegenheid in woningwetwoningen „Berkenrode"
109d Douchegelegenheid in woningen „Heemstede's Belang"
en „Oude Posthuis".
De heer Van der Linden is dankbaar voor dit voorstel. Uit het voorstel
van het college blijkt, dat zij er geen bezwaar tegen hadden dat nog één-
maal bij hen die daarvoor in aanmerking kwamen zou worden geinfor-
meerd of er alsnog belangstelling voor een douchegelegenheid bestond.
Spreker vraagt of dit zo moet worden opgevat, dat, als er weer een aan-
tal aanvragen zouden zijn, deze zonder meer zouden worden afgewezen.
De heer Van Houten, wethouder, antwoordt, dat dit niet in de bedoe-
ling ligt. Indien blijkt dat er weer voldoende animo voor een douchegelegen-
heid bestaat, kan de zaak nog eens in ogenschouw worden genomen. Het
lijkt spreker het beste om daaromtrent met de besturen van de woning-
verenigingen contact te houden.
De heer Verspoor merkt op, dat de aanlegkosten per douche in de ver-
schillende woningcomplexen nogal uiteenlopen. Spreker vraagt of dit
verschil voörtvloeit uit de indeling van de verschillende woningen of uit
een meer of minder luxe uitvoering van de douchegelegenheid.
De heer Van Houten, wethouder, antwoordt, dat in sommige huizen
reeds ruimte voor een douchegelegenheid aanwezig is, terwijl deze in
andere huizen gevonden moet worden.
De ontwerp-besluiten worden vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
VIII. BOUWRIJP MAKEN VAN TERREINEN GELEGEN
WESTELIJK VAN DE GLIPPER DREEF.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
110. Bouwrijp maken van terreinen gelegen westelijk van de
Glipper Dreef.
De heer Verspoor informeert naar de mogelijkheid om in de geprojec-
teerde woningcomplexen op dit terrein hier en daar een kleine woning
voor ouden van dagen te bouwen. De ouden van dagen krijgen dan niet
zo het idee dat zij van de wereld afgezonderd worden. Bij verschillende
woningverenigingen in deze gemeente komt het voor dat enkele huizen
voor ouden van dagen in een complex zijn opgenomen. Spreker meent dat
voor de bouw van woningen voor ouden van dagen een aanvullend bouw-
volume kan worden verkregen.
De heer Brink vraagt of dit werk in het openbaar wordt aanbesteed of
dat de aanbesteding al heeft plaats gehad.
De heer Mr. van Wijk, wethouder, zal het verzoek van de heer Verspoor
gaarne aan de betrokken wethouder overbrengen. Voor dit terrein is
reeds een uitbreidingsplan vastgesteld. Spreker meent dat daarin ook
enkele gebouwen zijn geprojecteerd voor openbare- of nog niet vaststaande
doeleinden. De mogelijkheid lijkt spreker aanwezig en de hint is zeker
het overwegen waard.
Naar aanleiding van de vraag van de heer Brink, zegt spreker, dat nog
geen aanbesteding heeft plaats gehad en ook niet kon plaats vinden, vöôr
dat de raad krediet verleent. Burgemeester en wethouders overwegen
nog of zij zullen overgaan tot openbare aanbesteding of dat enkele aan-