mm
25 oktober 1956.
24 S
gehaald. Wanneer er voor een verhoging: van de pacht geen andere ar-
gumenten zijn aan te voeren dan die voorkomende in de toelichting, lijkt
het spreker niet juist om opeens tot verhoging van de pacht over te gaan.
Spreker hoopt, dat burgemeester en wethouders nog andere argumenten
hebben.
Mag men zomaar, als men onderhoud heeft aan een gebouw, de kosten
daarvan op de huurder verhalen? Spreker meent van niet. Riolering ech-
ter moet tot het onderhoud van een gebouw gerekend worden. Wanneer
men b.v. een nieuw dak op een huis aanbrengt, kan rhen daarvoor de
huurder niet meer huur laten betalen. Wel kan men dit doen ten aanzien
van een verbouwing. Door de verbouwing van het.verversingshuis krijgt
men meer ruimte en meer comfort. De pachters betalen daarvoor elk jaar
8 van deze kosten. Maar dan kan deze verbouwing niet nog weer eens
aanleiding geven tot verhoging van de pachtsom.
Alles bij elkaar genomen lijkt spreker de gegeven toelichting een
beetje wonderlijk. Hij zou graag van het college vernemen hoe men tot
verhoging van de pachtsom gekomen is.
De heer Scheer betreurt het eveneens dat dit voorstel niet in de com-
missie van openbare werken is behandeld.
De heer Van Lent komt ter vergadering.
De heer Dijkstra wijst er op, dat de raming voor de verbouwing van het
verversingshuis reeds enige tijd geleden is opgezet, waarom spreker ver-
wacht, dat die nu wel hoger zal moeten zijn. Vooral met verbouwingen
moet men er rekening mee houden dat de kosten over het algemeen veel
hoger uitvallen dan de raming.
De pachters van het verversingshuis krijgen nu een huurverhoging van
2000,-met daarboven 8 van het bedrag nodig voor de verbouwing
van het verversingshuis, dat hoogstwaarschijnlijk wel veel hoger zal zijn
dan 45.000,Spreker vraagt zich af of dit alles bij elkaar niet te zware
lasten voor de pachters zal vormen.
Deze verpachting wordt aangegaan voor de tijd van 5 jaar. Als al die
veranderingen tot stand zijn gekomen, dan kan het niet anders of de
inventaris moet ook onder handen worden genomen. In verband daarmede
vindt spreker 5 jaar wel wat kort. Spreker vraagt zich af waarom het
college niet bereid was om hieraan 5 optiejaren toe te voegen, zodat de
pachters de nieuwe inventaris ook in 10 jaar kunnen afschrijven. Spreker
is van mening dat de inventaris niet in 5 jaar kan worden afgeschreven.
De heer Mr. Zeelenberg komt ter vergadering.
De heer Mr. Van Wijk, wethouder, antwoordt, dat deze pachtverlenging,
want zo wil spreker het inderdaad noemen en blijven noemen, ook voor het
college niet eenvoudig is geweest, omdat deze zaak sterke juridische as-
pecten heeft. Inderdaad is bij de onderhandelinge'n de vraag gerezen of
hier van huur of van pacht sprake was. Is dit huur dan moeten de huur-
verhogingen zoals die voor huizen en andere gebouwen gelden, worden
toegepast. Is dit pacht dan ligt de zaak anders.
Burgemeester en wethouders menen dat het hier paeht betreft. De oud-
ste contracten spreken reeds van pacht van het buffet in Groenendaal.
Men huurt geen buffet, men pacht een buffet, wat eigenlijk reëel inhoudt,
dat men dus tot de exploitatie van zo'n gemeente-eigendom wordt ge-
roepen. In de latere contracten zijn de pachters ook pachters genoemd,
wat een sterk argument was voor het college. In de derde plaats lijkt dit
spreker materieel ook juist. Wanneer dit een gebouw was aan de Bin-
nenweg, waarnaast allerlei concurrentie vrij mogelijk is, dan zou men
kunnen zeggen, dat men aan een gemeentenaar een gebouw verpacht,
waarbij hij maar zien moet wat hij daarin exploiteert en wie naast hem
komt te zitten. Maar wanneer men een afgeschermd gebied heeft en men