146 2e Afd. 30 november 1956. BENOEMTNG DIBECTEUR VAN OPENBABE WERKEN. Aan de Raad, In de op 30 augustus j.l. gehouden vergadering van Uw College werd aan de heer Ir. E. A. Bierdrager, directeur van Openbare Werken, met ingang van 1 november 1956 eervol ontslag uit die functie verleend wegens benoeming eiders. Om in deze vacature te voorzien hebben wij in enige daarvoor in aan- merking komende tijdschriften sollicitanten opgeroepen. In totaal hebben zich 25 gegadigden voor deze betrekking aangemeld. Vier hunner, die op grond van de door ons ingewonnen inlichtingen o.i. als ernstige candidaten voor een benoeming in deze vacature behoorden te worden beschouwd, werden door ons voor een persoonlijke kennismaking met de leden van ons college en die van de Commissie voor Openbare Werken uitgenodigd. Volgens artikel 8, tweede iid, van het Ambtenarenreglement worden de hoofden van takken van dienst door U benoemd en ontvangt U voor iedere benoeming van ons college een voordracht van ten minste twee personen, opgemaakt na overleg met de betrokken commisie van bijstand. Ter voldoening aan dit voorschrift dragen wij Uw raad hierbij, in over- eenstemming met het gevoelen van de Commissie voor Openbare Werken, onderstaande personen voor ter benoeming tot directeur van Openbare Werken in deze gemeente: 1. Ir. Th. J. Mebius, ingenieur-A bij gemeentewerken van Haarlemmer- meer te Hoofddorp. 2. Ir. J. C. Buijze, ingenieur bij de Provinciale Waterstaat van Noord- holland te Haarlem. Behoort bij de notulen van de vergadering van de Raad van 30 november 1956. Heemstede, 7 november 1956. Burgemeester en wethouders van Heemstede, A. G. A. van Rappard. De secretaris, T. M. S'chelling. De secretaris, De voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 57